Nederlanders.fr

Hèt netwerk van, voor en door Nederlandstaligen in Frankrijk - zegt het voort!

||  PLAATS BERICHT  ||  PLAATS ADVERTENTIE   || 

Levensloopuitkeringen: soms onbelast in NL én in FR

Een cliënte van mij – inwoonster van Frankrijk – liep tegen de pensioenleeftijd aan (65 jaar en nog wat maanden). Zij had nog een levenslooptegoed in NL staan, opgebouwd toen ze daar nog woonde en werkte. Haar vraag was wat de gunstigste fiscale afwikkeling zou zijn van het tegoed. Zoals bekend moet een levenslooptegoed opgeheven worden uiterlijk bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd en die datum kwam in zicht.

Gelukkig was ze niet ingegaan op de ‘aantrekkelijke’ afwikkeling die de NL-regering een aantal jaren heeft gehanteerd van een afkoop tegen belastingheffing over 80% van het tegoed. De afkoopsom van een levenslooptegoed door iemand die tegen de pensioenleeftijd loopt, wordt beschouwd als een pensioenuitkering in de zin van het Nederlands-Franse belastingverdrag. Op grond van dat verdrag is een pensioenuitkering (niet zijnde een overheidspensioen) in NL geheel onbelast als de gerechtigde in FR woont. Maar hoe zit het dan in FR? Voor heffing in FR moet een rechtsgrond te vinden zijn in de FR belastingwetten. Heffen alleen op basis van een belastingverdrag kan nooit. Er moet altijd ook een nationaalrechtelijke grondslag zijn. In dit gegeven lagen kansen voor mijn cliënte.

Maar eerst hebben we de NL-heffing teruggevraagd. De bank had 52% loonheffing ingehouden bij de opname. In het bezwaarschrift hebben we verwezen naar een Vraag & Antwoord van de Kennisgroep pensioenen van de Belastingdienst (zie http://www.belastingdienstpensioensite.nl/VA_10-008_v130918.htm). In de slotalinea van voorbeeld 2 wordt de vrijstelling op grond van een belastingverdrag van een levensloopuitkering met de functie van een pensioenuitkering vermeld. Dat was snel geregeld. Het bezwaar werd toegewezen en de 52%-heffing werd gerestitueerd.

Daarna kwam het lastigere Franse traject in de inkomstenbelasting. Ik heb een uitspraak uitgelokt van de Franse fiscus over de belastbaarheid van de opname van het levenslooptegoed. Ik heb eerst de opname van het tegoed aangegeven als pensioen (in lijn met de NL-interpretatie van het verdrag). Nadat de aanslag daarover binnen was, heb ik een bezwaarschrift ingediend. Daarin heb ik betoogd dat de NL levensloopregeling geen in FR erkende gefacilieerde (verlof)spaar- of pensioenregeling was en is. Mijn redenering was dat een storting van een gespaard levensloopbedrag volgens de Franse fiscale wetgeving een ontvangen loonbestandddeel was dat op het moment van storting – toen cliënte nog in NL woonde - de loonsfeer heeft verlaten en vervolgens als spaarrekening deel is gaan uitmaken van het privévermogen (patrimoine) van de levensloopspaarder. Het feit dat NL het gespaarde bedrag bij de storting vrijstelt van loonbelasting en een latente belastingclaim legt op het spaartegoed bij de uitkering regardeert de Franse heffingswetten niet. Ik heb dus om teruggaaf gevraagd van de Franse belastingen en premies over de opname van het levenslooptegoed. Consequent redenerend heb ik wel de rente over het levenslooptegoed alsnog aangegeven voor de relevante (Franse) jaren en heb ik de levenslooprekening voor de jaren vóór de afkoop eveneens alsnog aangemeld als buitenlandse spaarrekening (rubriek 8UU van biljet 2042). Maar de heffing over die rente was peanuts vergeleken bij de heffing over het bedrag van de opname zelf. De Franse inspecteur in Autun heeft mijn redenering gevolgd en het bezwaar toegewezen. Ook de Franse heffingen werden gerestitueerd.

Aldus heeft mijn cliënte het saldo van haar levenslooptegoed kunnen opnemen zonder enige heffing van belasting of premies in Nederland of Frankrijk. Een gevolg van de discoördinatie tussen de belastingwetten van Nederland en Frankrijk. Het is het ouwe liedje: de regeringen van de EU weigeren hun heffingswetten op het gebied van de inkomstenbelasting te coördineren. Vaak heb je daar als EU-burger last van, maar soms – zoals hier – levert dat naast elkaar heen werken een voordeel op voor de burger. In tegenstelling tot wat sommigen denken, zorgen belastingverdragen er niet voor dat er altijd in één land wordt geheven. Ze kunnen geen belastingverplichtingen crëeren, ze kunnen ze alleen beperken in één van de betrokken staten. Een sluitend systeem is het niet. Soms wordt er in twee landen geheven en soms in geen van beide landen zoals in dit geval. Voor de fiscale theorie niets bijzonders, voor de betreffende burger een meevaller.

Weergaven: 1963

Rubrieken,

Klik hieronder voor meer berichten in dezelfde rubriek.

20160813, Geldzaken, Overheid

Reactie van Hans van den Dries op 14 Augustus 2016 op 14.03
Beste Jaap,
Natuurlijk is het mogelijk om met de door jou aangedragen feiten aan te tonen wat je fiscale woonplaats is, zijnde het centrum van je levensactiviteiten. Dat kan echter erg veel tijd
, energie en overtuigingskracht vergen met een zeer onzekere afloop. Simpelweg emigreren voorkomt dat.
Reactie van jaap op 14 Augustus 2016 op 14.35
Klopt helemaal Hans, maar volledig emigreren is het laatste wat we willen.
Waar wij verblijven is het nu prachtig, veel te doen en volop activiteiten..
Het naburige Souillac en Sarlat zijn zelfs toeristisch te noemen.
Maar s winters is hier gen fu@#CENSUUR te doen.
Ik heb 5 jaar gewerkt in heel Frankrijk in de bloemetjes en dat was mooi genoeg.
Dus rest mij niets anders dan een procentje of 10 meer belasting te betalen OF iemand moet de gouden tip hebben.
Reactie van Lucas Roos op 14 Augustus 2016 op 14.51

@ Jacqueline, helaas: Frankrijk heft over je lijfrente-uitkeringen op grond van de eigen belastingwetgeving. Wel is de heffing van IR beperkt naarmate je ouder bent bij de ingangsdatum: ben je op dat moment tussen de 60 en de 70 dan heft men over 40%, ben je 70 of ouder dan heft men over 30%.

@Jaap: waar iemand fiscaal woont, is inderdaad een interessante maar ingewikkelde problematiek. In de praktijk moet je je wel uitschrijven in NL wil je geen lastige vragen (of verzet) krijgen van de NL Belastingdienst. Ik laat het hier verder bij want het valt een beetje buiten de issue van dit bericht.

@Hans, voor stamrechten ligt het veel lastiger. Volgens de NL Hoge Raad is pas sprake van pensioen in de zin van het belastingverdrag NL-FR als de stamrechtgerechtigde aannemelijk kan maken dat het stamrecht mede is toegekend als overbrugging naar het pensioen. Een veld vol voetangels en klemmen. Als NL het stamrecht niet erkent als pensioen in de zin van het verdrag blijft NL altijd heffen over de uitkeringen. 

Reactie van Lucas Roos op 14 Augustus 2016 op 14.52

Correctie: vergeet het woord 'mede' hierboven: het stamrecht moet gewoon puur zijn toegekend als overbrugging.

Reactie van Hans van den Dries op 14 Augustus 2016 op 16.03

@ Jaap. Er is best best een mogelijkheid om emigreren te combineren met kortstondig verblijf in NL. Maar dat is een total andere discussie.

@ Lucas. Dank voor je uiteenzetting komt me zeer bekend voor. Ik meende echter een gaatje te zien na je uiteenzetting van de afwikkeling van een levenslooptegoed.

Reactie van Lucas Roos op 15 Augustus 2016 op 11.40

Nogmaals een aanvuling met betrekking tot stamrechten: een stamrecht is een pensioen in de zin van het NL-FR-belastingverdrag (waardoor de uitkeringen in NL onbelast blijven) voor het deel waarvan aannemelijk gemaakt kan worden dat werkgever en werknemer dat deel hebben bedoeld om te dienen als overbrugging vanaf het ontslag tot aan het pensioen. Doorgaans moet je behoorlijk beslagen ten ijs komen om Heerlen hiervan te overtuigen. Als je ontslag en de toekenning van het stamrecht lagen vóór de leeftijd van 55 à 60 jaar kun je het meestal wel schudden. Probleem is vooral dat werkgever en werknemer vaak een onvoldoende motivering of onderbouwing ten grondslag leggen aan het afgesproken bedrag voor het stamrecht. Je kunt niet alleen met de kantonrechtersformule aan komen zetten want die kijkt vooral naar het verleden. 

Over de belastingheffing van stamrechtuitkeringen in FR zijn boeiende verhalen en theoriën op te zetten, maar dat wordt erg technisch. Minder geschikt voor deze site. 

Reactie van Hans van den Dries op 15 Augustus 2016 op 14.23

Dank voor deze aanvullende toelichting.Ben het helemaal met je eens.Misschien zetten we over stamrechten nog eens een aparte boom op. Groeten, Hans


Overleden
Reactie van Jan de Voogd op 19 Augustus 2016 op 12.18

@ Lucas Roos

Niets in het belastingverdrag met Frankrijk wijst erop dat de levensloopuitkering onder het pensioenartikel van dat verdrag zou vallen. De algemene opvatting vanuit Nederlands perspectief is dat het inkomen uit (tegenwoordige of vroegere) arbeid is, en dus zou vanuit Nederlands perspectief het artikel betrekking hebbende op niet-zelfstandige (al dan niet: overheids)arbeid van toepassing zijn. Zie ook de specifieke overeenkomst die tussen Nederland en Belgie gesloten is en van dit beginsel uitgaat. Voor andere landen heb ik dergelijke specifieke overeenkomsten niet gevonden, dus ook niet met Frankrijk.

 Een en ander laat onverlet dat krachtens het Belastingverdrag Frankrijk de eigen wetgeving mag toepassen om een uitkering uit een levensloopregeling te kwalificeren (en vervolgens op basis daarvan eerst voor de heffingstoewijzing het belastingverdrag toepassen en vervolgens heffen naar eigen wetgeving) . Dan ligt overigens kwalificatie als een lijfrente (assurance-vie) iets meer voor de hand dan als een pensioen, juist omdat de regeling oorspronkelijk zo is opgesteld dat deze juist niet bedoeld is als pensioenregeling.

Reactie van Hans van den Dries op 19 Augustus 2016 op 14.03

@Jan de Voogd,

Ik kan je redenering prima volgen doch een kwalificatie als pensioen volgens Nederlandse opvattingen is ook te verdedigen. Bij de introductie van de levensloopregeling kon je op de achterkant van een sigarendoos uitrekenen dat maximaal gebruik maken van die regeling (tot 210% van het jaarinkomen) op 62-jarige leeftijd het tegoed in 3 jaren kon worden opgenomen en op die wijze een waardige vervanging zou kunnen zijn voor de afgeschafte VUT regeling.3   jaren 70% van het laatstgenoten inkomen. Vroegpensioen dus!

Reactie van Lucas Roos op 19 Augustus 2016 op 14.05

@ Jan

Je eerst zin is helemaal waar. En je stelling over de NL-rechtelijke kwalificatie van levensloopuitkeringen (inkomsten uit (vroegere) arbeid) is ook juist. De herkwalificatie van levensloopuitkeringen tot pensioen in de zin van het verdrag is in dit geval afkomstig van de NL Belastingdienst in het door mij aangehaalde V&A. De Belastingdienst heeft dit niet zelf bedacht. Het is een analoge toepassing van rechtsoverweging 3.4.5. van het arrest van de Hoge Raad van 11 juni 2004, AF7812. In die overweging oordeelt de Hoge Raad dat een ontslagvergoeding - die normaliter onder het arbeidsartikel van het verdrag valt - onder omstandigheden onder het pensioenartikel kan vallen. Zie http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2004:... . Dat HR-oordeel zet dus - als voldaan wordt aan de voorwaarden van overweging 3.4.5. - de letterlijke teksten van de wet en het verdrag bij de toepassing daarvan door de NL-belastingdienst opzij.

FR is natuurlijk niet gebonden aan de NL Hoge Raad, dus voor het Franse IR geldt dat men de levensloopregeling zelf moet kwalificeren. Mijn (door de Franse inspecteur bevestigde) stelling was dat de levensloopregeling een niet door de Frans wet erkende verlofspaarregeling is en was en dat de ingelegde bedragen tijdens de dienstbetrekking in NL dus naar Franse maatstaven niet vrijgesteld waren maar gewoon loon waren. Die bedragen hebben dan ook bij de inleg de loonsfeer verlaten. De inleg en daarmee het gehele spaartegoed is in de Franse optiek direct tot het privé-vermogen gaan behoren als betrof het een gewone spaarrekening. De opname van het tegoed is daarmee een privé-vermogensmutatie geworden: een overboeking van de ene spaarrekening (levenslooprekening) naar een andere bank - of spaarrekening.

Ik zou een levensloopuitkering niet willen kwalificeren als rente viagère (lijfrente) in de zin van de Franse wet. Zo'n volledig vrije opname (zelfs los van enige verlof) is geen periodieke uitkering die afhankelijk is van leven of dood en dat is mijns inziens toch een wezenskenmerk van een lijfrente. Als de gerechtigde tot een levensloopuitkering overlijdt, kunnen zijn erfgenamen gewoon het restant opnemen, dat vervalt niet aan een of andere verzekeringsmaatschappij.

Je reactie hieronder, dit zijn de huisregels. 

Je moet lid zijn van Nederlanders.fr om reacties te kunnen toevoegen!

Wordt lid van Nederlanders.fr

GA DIRECT NAAR:

Laatste nieuws uit Frankrijk

© 2024   Gemaakt door: Anton Noë, beheerder en gastheer.   Verzorgd door

Banners  |  Een probleem rapporteren?  |  Privacybeleid  |  Algemene voorwaarden