130 Jaar een ode aan de vrouw

Vrijdag 4 oktober kreeg ik het volgende mailtje:

Nogmaals fijn dat we je mogen bellen zondagochtend! Ik zal je bellen om 5.15 uur. Zoals gezegd, dat doe ik met een onbekend nummer omdat we vanuit de studio bellen. Dan zal er een gesprek van ongeveer 10 minuten volgen met onze presentatrice Emmely de Wilt. Tussendoor zullen we wat geluidsfragmenten van de Nederlandse Moulin Rouge-danseres Julia Graveland laten horen. 

Zondagochtend 6 oktober gaf ik een live interview op NPO 1, voor het programma ‘FRIS’ over de Moulin Rouge. Op 6 oktober 1889, precies 130 jaar geleden, opende aan de voet van Montmartre een bijzondere attractie, een danszaal van, een in die tijd, ongekende allure. 

Tot op de dag van vandaag heeft Parijs een aantrekkingskracht die, zelfs voor mensen die er nog nooit zijn geweest, duizelingwekkend is. Met zijn vele bezienswaardigheden is het dè bestemming voor toeristen afkomstig uit alle landen van de wereld. De wijdverbreide clichés over de stad der liefde bevatten. zoals elke gemeenplaats, een deel waarheid: zoals de langbenige maar stuurse Parisiennes, de man met zijn baguette en alpinopet, de norse maar oh zo efficiënte obers, de kunstenaars en bohemiens, de absint, de cancan en bovenal een bruisend nachtleven. Als je Parijs bij nacht hebt gezien, dan pas begrijp je de bijnaam lichtstad. Vooral als je staat op de heuvel van Montmartre in de schaduw van de machtige kerk van het Heilig Hart; de Sacré Cœur. Dan zie je de lichtjes en voel je de adem van deze nooit slapende stad. Beneden op de place Blanche staat al sinds 1889 de Moulin Rouge, als baken in de nacht, de helrode molen, het centrum van een bruisend Parijs. Of niet? Zelfs de meest trotse Parijzenaars zien hun Moulin Rouge als een deel van het verleden, een attractie, een toeristenval. Wanneer en waarom is deze ommekeer eigenlijk gekomen en is het cabaret de naam van icoon nog waard? Je leest er alles over in deze blog.

 

Baz Luhrmann's Moulin Rouge uit 2001

Moulin Rouge is groots geworden door het eigenwijze karakter van Montmartre. In de film van Baz Luhrmann's Moulin Rouge uit 2001, de film werd bekroond met twee Golden Globes en genomineerd voor acht Oscars, werd Montmartre door de hoofdpersoon afgeschilderd als "center of the bohemian world" maar ook als "a village of sin". Beide uitdrukkingen zijn van toepassing, Montmartre staat ook vandaag nog los van de rest van Parijs. 

Allereerst een stukje geschiedenis: Door de geografische afscheiding van de stad kon Montmartre zich in de 19e eeuw ontwikkelen tot het meest decadente deel van de stad. Bekende artiesten hebben er gewoond: Henri Toulouse de Lautrec, Auguste Renoir, Georges Bracque, Guillaume Appolinire, Pablo Picasso, Van Gogh en meer.

Al sinds 1860 is de Franse hoofdstad een toeristische trekpleister en vanwege het buitensporige nachtleven in Montmartre werd Parijs in de 19e eeuw de hoofdstad van plezier. Medeplichtig hieraan waren de zogenaamde cocottes, de courtisanes of de talrijke luxeprostituees.  Een van de meest beroemde 'Cocottes' was uit die tijd Coca Pearl die liefkozend 'la grande horizontale' of 'plat du jour' werd genoemd.

 

Charles Zidler & Joseph Oller

Parijs 1889, het begin van de industriële revolutie en de komst van vele wereldtentoonstellingen naar Parijs. De mooie eeuw of de Belle epoque, de sfeer van nonchalance, het onbezorgde leven of zoals de Fransen het benoemen; 'joie de vivre'. Het was de tijd van de automobiel, de telefoon, het elektrisch licht, de fotografie en de film, maar ook de fysica, geneeskunde en de haute couture. Parijs als centrum van de wereld.

Parijs barstte van de cafés, cabarets en dance halls, die dienden als ontmoetingsplaats voor de bohemiens en de kunstenaars. Het neveneffect van al deze ontwikkelingen was een scepsis tegenover het belang van geloof en andere morele waarden. Geen wonder dat op de plek van een dance hall genaamd 'La Reine Blanche', Joseph Oller en Charles Zidler op 6 oktober 1889 de Moulin Rouge openden, op de Place Blanche, aan de voet van Montmartre. Hèt mekka van het Parijse nachtleven. 

Joseph Oller (1839-1922) een in Catalonië geboren zakenman die zijn fortuin maakte in Parijs als uitvinder van een nieuw soort wedsysteem; 'Pari Mutuel', en zo indruk maakte als bookmaker bij het paardrennen. Dit gaf hem de middelen om samen met zijn compaan Charles Zidler (1830-1897) niet alleen de Parijse muziektempel Olympia, de Jardin de Paris, maar ook de Moulin Rouge te bouwen. Bij dat laatste kwam hun perfectionisme naar boven. Zij wilden het grootste en mooiste cabaret creëren. Een tempel opgericht als ode aan de vrouw en de dans. 

 Het openingsaffiche van de Moulin Rouge in 1889

Het gebouw van de Moulin Rouge diende als eerbetoon aan de ongeveer 30 windmolens die jarenlang de heuvel van Montmartre hadden gesierd. Dankzij het bijzondere interieur, ontworpen door Adolphe Willet, met een gigantische dansvloer, alomtegenwoordige spiegels, elegante gaanderijen met privé loges, wisten Zidler en Oller de allerrijksten zich te laten mengen met de inwoners van het hippe Montmartre. De grootste verrassing bevond zich in de tuin. Een enorme olifant, oorspronkelijk ontworpen voor de wereldtentoonstelling van 1889 waar je voor een oude Franse franc, een wenteltrap kon beklimmen en kon genieten van een zeer sensueel buikdansspektakel.

 

De 'Bals de Moulin Rouge' groeiden in ijltempo uit tot hooggeprezen en drukbezochte evenementen, waar de meisjes mede dankzij het onstuimige ritme van de cancan even flexibel omsprongen met hun ledematen als met hun moraal. Oller en Zidler beloofden niet voor niets goud en vrouwenbenen aan het publiek. Al gauw kreeg het cabaret de bijnaam Le Premier Palais de la Femme'. Onder het bewind van Zidler werden heel wat legendarische sterren naar de molen gelokt zoals; La Goulue (danseres), Colette (mime), Yvette Guilbert (zangeres) en Jane Avril (danseres). Hij was het bovendien die de cancan invoerde als belangrijke attractie.

 

Een reclameaffiche voor de cancan, getekend door  Henri Toulouse-Lautrec

De Cancan

De cancan, of coincoin, was oorspronkelijk de laatste figuur van de Quadrille, een modieuze ballroomdans uit Frankrijk van de negentiende eeuw tot de Eerste Wereldoorlog. Het was een levendige country dance, verwant aan de wals en voorloper van de polka. Door al deze opwindende eigenschappen werd hij voornamelijk populair als laatste dans van de avond. De cancan werd eerst ‘chahut’ (lawaai) genoemd, alvorens de meer  bekende naam in gebruik kwam. Cancan, tevens een ander woord voor schandaal of roddelpraat was letterlijk een buitenbeentje in de danswereld. Zoals wel vaker bij gewoonten uit de populaire cultuur is het moeilijk om het juiste beginmoment te achterhalen. Danseres Nini-Pattes-en-l’air zou bijvoorbeeld de cancan hebben uitgevonden, net als Charles Mazurier, populair entertainer uit de jaren 1820, die de dans zou hebben beïnvloed door zijn acrobatische toeren. Volgens de Nederlandse Wikipedia komt de dans oorspronkelijk uit Algerije en volgens anderen was het de Britse grootmeester van de Music-Hall Charles Morton, die in 1861 in London de cancan uitvond door zich te laten inspireren door de Quadrille. Elf jaar eerder, in het Parijs van 1850 zou sterdanseres Céleste Mogador de naturalistische Quadrille hebben uitgedacht, dè rechtstreekse voorloper van de cancan. Algemeen wordt echter aangenomen dat de cancan voor het eerst werd gedanst in de balzalen van de arbeidersklasse op Montparnasse in Parijs rond 1830 een soort van lokdans met een erotische functie, waarin een aantal vrouwen in een rij naast elkaar staan en tegelijk bewegen op de maat van de muziek. Hierbij tillen zij hun rok op of tillen ze hun been zo hoog in de lucht dat hun benen, de jarretellen en het witte ondergoed te zien waren. Dit laatste werd destijds als zeer aanstootgevend beschouwd. Zowel de overheid als de kerk ergerden zich in die tijd zeer aan deze dans. De energieke en fysiek uitputtende manoeuvres gaven gestalte aan de frivole en beetje vulgaire Parijse samenleving die in die tijd teerde op provocatie.

 

In 1891 kreeg Toulouse-Lautrec van Charles Zidler de opdracht om een promotieposter te maken voor de Moulin Rouge

Henri de Toulouse-Lautrec

Het was in die periode dat de kunstenaar Henri de Toulouse-Lautrec er een veelgeziene gast was. Zoals vele schilders voelde Henri De Toulouse-Lautrec zich aangetrokken tot de wereld van de prostitutie. In het nachtelijk leven vindt De Toulouse-Lautrec de vrijheid om te schilderen wat hem boeit: het leven zelf, de mensen die hem interesseren, in een omgeving waarin hij zich thuis voelt. Hij schildert de milieus die pas opbloeien bij kunstlicht, wanneer Parijs zich in het duister hult. Vooral in cabarets als Le Chat Noir, de Boule Noir en de Moulin Rouge vindt hij de mensentypes die hem boeien.

De meisjes van plezier aanvaardden de kleine misvormde schilder en duldden hem als één van hen. De Toulouse-Lautrec leed aan Pycnodysostose, een kwaal die dwerggroei tot gevolg had en waarschijnlijk wordt veroorzaakt door incest of inteelt. Kleiner dan anderhalve meter, met een normaal volgroeide romp en hoofd maar met te korte armen en benen, brede neusvleugels, een ingevallen kin, felrode en getuite lippen, en een veel te grote tong waardoor hij onophoudelijk lispelt en kwijlt. (Bron Wikipedia). 

In 1891 kreeg Toulouse-Lautrec van Charles Zidler de opdracht om een promotieposter te maken voor de Moulin Rouge. Dit werd voor beide partijen een winstgevende onderneming. Het succes van de poster bracht onmiddellijke bekendheid aan de schilder en een nieuw publiek naar de Moulin Rouge. Het affiche toont La Goulue in volle beweging met een been in de lucht en haar onderrokken zichtbaar vergezeld door Valentin le Décossé, de enige mannelijke danser uit de periode.

Hij trouwde nooit, scheidde liefde en seks en had ontelbare verhoudingen, maar meestal van korte duur. Zijn chronisch gebrek aan nachtrust ging gepaard met alcoholmisbruik. Bovendien leed hij aan syfilis. In 1901 stierf hij als gevolg van een beroerte. 

In 1907 maakte een charmante nieuwelinge Mistinguett haar debuut

De overweldigende bloei uit de beginjaren verloor na verloop van tijd zijn glans en eind 1902 werd het laatste bal op een algemene onverschilligheid onthaald. Zelfs de cancan was uit de mode. Wat weinigen weten is dat de Moulin Rouge ook een Nederlands tintje kende. Het was de Nederlander Eduard Niermans die in 1903 de danszaal van de Moulin Rouge ombouwde tot concertzaal. Tot aan de Eerste Wereldoorlog wist het etablissement zich te transformeren tot een echte tempel van de operette met spektakels al: Voluptata, la Feuille de Vigne en le Rêve d'Egypte. 

In 1907 maakte een charmante nieuwelinge Mistinguett haar debuut. Jeanne Florentine Bourgeois werd door een liedjesschrijver ontdekt als zingend bloemenmeisje die haar de naam Miss Tinguette gaf. Ze eigende zich de naam toe en maakte er een woord van en liet de 'e' aan het einde vallen. Haar aanwezigheid zouden de shows voor een lange tijd doen veranderen en haar creatie van het concept Music-Hall was het begin van een nieuw succesverhaal. De mix van populaire liedjes, komedie en uiteenlopende acts vol pluimen, pailletten, dansers en danseressen, vormde een onnavolgbaar spektakel. 

In 1915 verwoeste een grote brand de grote zaal van de Moulin Rouge en het duurde tot 1925 voor het nieuwe gebouw compleet met wintertuin, cabaret en art déco gehoorzaal werd geopend. Nieuwe revues volgde elkaar snel op, allemaal geïnspireerd door de stijl van Broadway. Legendarische creaties als Revue Mistinguett (1925) en Ça c'est Paris (1926). In 1929 verliet de ster de Moulin Rouge en werd het theater met 1500 zitplaatsen overgenomen door Pathé,  die er één van de grootste bioscoopzalen van Europa van maakte.

Voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog werd er in Parijs niet veel plezier gemaakt, al waren er wel wat glamoureuze shows die werden opgevoerd voor een publiek van hoofdzakelijk Duitse soldaten. Het enige noemenswaardige optreden in de Moulin Rouge was dat van Édith Piaf, een paar dagen voor de bevrijding in 1944.

 1951

De heropleving van de Moulin Rouge liet ruim 6 jaar op zich wachten na de overname, in 1951, door George France, alias Jo France de eigenaar en oprichter van Balajo. Hij startte onmiddellijk met renovatiewerkzaamheden om de Moulin Rouge zijn oude grandeur te laten herwinnen. Het huidige interieur van de zaal danken we aan Henri Mahé. Zijn geschilderde ontwerpen verrukken tot vandaag de duizenden bezoekers. Jo France herintroduceerde bovendien de French cancan en de soirées dansantes. Succesvolle sterren uit die tijd verdrongen elkaar om op te mogen treden in de rode molen: Luis Mariano, Charles Trenet, Charles Aznavour, Bourvil en Lena Horne.

 

Frisson 1965 & Fascination 1967

Follement 1976 & Frénésie1979

In 1955 kwam de Moulin Rouge in handen van de eigenaars van Le Lido, gevestigd aan de Champs Elysées. De gebroeders Joseph en Louis Clérico transformeerden de Moulin Rouge helemaal. Onder andere door  de inrichting van een grote keuken om aan het meer en meer internationale publiek een dinerspektakel te kunnen bieden. De dinner-shows werden een van de meest begeerde Parijse attracties. In 1962 volgde nog een verbouwing onder leiding van Jacki Clérico de zoon van Joseph. Hij vergrootte de zaal en installeerde een reusachtig aquarium dat vanuit het niets op het toneel verscheen vol met schaars geklede danseressen die bewogen als bekoorlijke zeemeerminnen. Na het succes in 1963 van de show Frou Frou koos Jacki Clérico als gevolg van bijgeloof, alleen nog voor titels met een 'F'. De effen volgden elkaar snel op: Frisson (1965), Fascination (1967), Fantastic (1970), Festival (1973, Follement ( 1976) Frénésie (1979), Femmes Femmes Femmes (1983).

 Femmes Femmes Femmes 1983 & Formidable 1988

Het honderdjarig bestaan van de Moulin Rouge werd gevierd met de show 'Formidable', die tussen 1988 en 1999 door meer dan 4,5 miljoen bezoekers werd bezocht. Op 23 december 1999 vond de première plaats van de nieuwe extravagante show die nu nog steeds te zien is 'Féerie'.

 

Féerie 1999

In 2012 heeft een team van internationale kunstrestaurateurs nog een historische fresco met zeer veel zorg verwijderd, schoongemaakt en gerestaureerd. De fresco, geschilderd op jute door Henri Mahé in 1951, is een nauwkeurige replica van het origineel, dat geschilderd was door Henri de Toulouse-Lautrec op de zijkanten van de woonwagen van de beroemde cancan danseres Louise Weber, beter bekend onder haar artiestennaam La Goulue. Het origineel is nog steeds te zien in het Parijse Musée d'Orsay. De fresco van Mahé is inmiddels al weer in al zijn glorie hersteld en terug op zijn oude plek, in de grote zaal beschermd achter veiligheidsglas. Goed voor de volgende zestig jaar.

 

De nachtclub staat nog steeds symbool voor de bruisende Belle Époque

De Moulin Rouge is al decennia lang een belangrijke inspiratiebron voor schilders, afficheontwerpers, filmmakers en fotografen. De nachtclub staat nog steeds symbool voor de bruisende Belle Époque en de levensstijl die de vrijgevochten bohemiens van Parijs zich aan het einde van de negentiende eeuw hadden aangemeten. Nu is het de plek van prachtige shows met half naakte tableaux vivants. De huidige show Féerie loopt nog steeds en kostte de lieve som van 8 miljoen euro.

 

Al 130 jaar een icoon van de stad Parijs

Zeven dagen per week, met twee shows per dag (21.00 uur en om 23.00 uur), wordt je ontvangen door een zwarte brigade van 120 medewerkers. Het prachtige theater, geheel in de sfeer van de Belle Époque, biedt plaats aan 900 gasten, die overal goed zicht hebben op het toneel. De choreografie is van Bill Goodson en verder bestaat 'Féerie' uit een groep van 100 artiesten, waaronder 60 langbenige Doriss Girls bestaande uit 17 nationaliteiten. 1000 Kostuums met veren, bergkristallen en pailletten, ontworpen door Corrado Collabucci en vervaardigd in de beroemdste Parijse ateliers, schitterende settings met stralende kleuren en unieke ontwerpen van Gaetano Castelli, gemaakt door Italiaanse kunstenaars. Verder de beste internationale en opzienbarende acts en dit alles met muziek van Pierre Porte, uitgevoerd door zo'n 80 muzikanten. Dit alles onder het genot van een goed glas champagne. En nu we toch met cijfers bezig zijn. Per jaar worden hier meer dan 240.000 flessen champagne geschonken. Verder nog een Nederlands tintje: 12 jaar lang tot 2014 danste er ook Nederlandse vrouwen mee namelijk Els Reuver (als soliste) en in 2018 nam de Nederlandse Julia Graveland, ook wel het slangenmeisje genoemd, omdat zij een act deed met 4 pythons in een levensgroot aquarium afscheid van het podium. 

Eigenlijk mogen we vaststellen dat de Moulin Rouge nog steeds een icoon is van deze stad.

 

Achter deze deuren gaat een wereld voor je open

Bron en fotografie: Moulin Rouge Paris

Bal du Moulin Rouge, boulevard de Clichy 82, Montmartre 18e arrondissement, metro Blanche

7 dagen per week dinner & show 19.00 uur, start show 21.00 uur vanaf € 185 per persoon, 2e show start 23.00 uur vanaf  € 87 per persoon. Voor Informatie en reserveringen Moulin Rouge 00.31.1.53.09.82.82

 

Wilt je het interview terugluisteren? Klik hier

  • Hanna Sijmi

    Leuk artikel om te lezen, temeer omdat mijn Nederlandse schoonzus en Frans zwager beiden deel uitmaakten van de groep dansers ten tijde van o.a. Femmes Femmes Femmes (1983).
  • marielle

    Mooi om te lezen, Ferry en om je hier ook een stukje over Toulouse Lautrec schrijft is het misschien leuk om te vermelden dat er op het ogenblik en tot 27 januari een grote expositie van het werk van Lautrec in het Grand Palais in Parijs is.
    https://www.grandpalais.fr/fr/evenement/toulouse-lautrec
  • Theodora Besse


    Mooi en interessant verhaal, Ferry!

    De affiches van Henri de Toulouse-Lautrec heb ik altijd prachtig gevonden! Er bestaat ook een boek over zijn leven, "Moulin Rouge" van Pierre la Mure. Een erg mooi boek dat in heel veel talen is vertaald en dat het leven in die tijd in Montmartre beeldend beschrijft. Voor een habbekrats verkrijgbaar op Boekwinkeltjes.nl. Naar aanleiding van je verhaal hierboven heb ik het maar weer eens uit de boekenkast gehaald en ben ik het opnieuw gaan lezen.