Het verhaal achter de naam (65) - Mézières

De stad Mézières is sinds 1966 opgenomen in de tweelingstad Charleville-Mézières (Ardennes). Toen de aartsbisschop van Reims daar aan het begin van de tiende eeuw een kasteel wilde bouwen, gebeurde dat op de ruïnes van een ouder kasteel, overblijfselen van de oude stad Castricium – van het Latijnse castrum ‘versterkt fort, burcht’. Die ruïnes hebben voor de naam van Mézières gezorgd: het Oud-Franse maisiere, ontleend aan het Latijnse maceria, werd gebruikt om ruïnes of oude muren aan te duiden. De term komt veelvuldig voor in plaatsnamen, soms in het enkelvoud als in La Mézière (Ille-et-Vilaine), maar meestal in het meervoud. Het gaat daarbij vaak om dorpen die, net als het Ardense Mézières, gebouwd zijn op plaatsen waar een eerdere nederzetting verwoest of verlaten was. Dit type plaatsnaam is zeer interessant voor archeologen: ze zijn bij deze namen bijna altijd zeker resten van oude nederzettingen aan te treffen, al zegt het niets over hoe oud die ruïnes zijn. Toch dateren de ruïnes vaak uit de (Gallo-)Romeinse tijd: in de Middeleeuwen, op het moment dat de naam gegeven werd, waren ze immers al oud.

Voorbeelden te over: Maizières (Meurthe-et-Moselle), Maizières-lès-Metz (Moselle), Mazières-de-Touraine (Indre-et-Loire), Mazères (Ariège), Mézières-au-Perche (Eure-et-Loir), Mézières-sous-Lavardin (Sarthe), Mézières-en-Brenne (Indre), La Mazière-aux-Bons-Hommes (Creuse), Mazières-en-Gâtine (Deux-Sèvres), Mazoires (Puy-de-Dôme), Mézères (Haute-Loire) en met Duitstalige invloed het Lotharingse dorp Macheren (Moselle). De lijst is nog veel langer. Soms komt in de officiële vorm het lidwoord aan de naam vast te zitten, zoals in Lamazière-Basse (Corrèze).

Een verkleinvorm Maseriolae komen we in de twaalfde eeuw tegen als vermelding voor het huidige Mazerulles (Meurthe-et-Moselle). Mazerolles (Landes) heeft dezelfde herkomst, net als Mazirot (Vosges), dat een ander achtervoegsel kent. In Bretagne ontwikkelt het woord zich tot moger, dat we terugvinden in Magoar (Côtes-d'Armor) en in Ploumagoar (Côtes-d'Armor) en Ploumoguer (Finistère), die samenstellingen zijn met plou-, ‘parochie’,