Illusies van een expat

De Illusie van de Expat

In het gunstigste geval kunnen expats zich na verloop van tijd nauwelijks nog voorstellen hoe hun leven in het land van herkomst was. Bijna iedereen “romantiseert” aanvankelijk — positief of negatief. De mens lijkt behoefte te hebben aan een beetje zelfmisleiding, vermoedelijk om het innerlijk evenwicht te bewaren: zolang hij het gevoel heeft dat hij in den vreemde woont, blijft hij zijn vroegere woonplaats idealiseren óf verguizen. Wat per saldo hetzelfde effect kan hebben op de gemoedsrust, alleen met andere argumenten.

De twee werelden werken als communicerende vaten: de levendige actualiteit wordt voortdurend naast een verzachte herinnering gelegd. Zo ontstaat een botsing tussen een verleden dat langzaam vervaagt tot een vergeeld beeld, en een heden dat in felle kleuren voor ogen staat. Dat effect wordt sterker wanneer landgenoten elkaar vasthouden — vaak met de stelligheid van mensen die zeker weten hoe dingen “hoorden”, ook al is dat inmiddels een reconstructie met meer nostalgie dan empirisch bewijs.

Kijk naar Amerikaanse maffiafilms: personages spreken met een quasi-Italiaans accent en koesteren tradities waarvan de oorspronkelijke betekenis vrijwel verdwenen is. Het is geen kwaadwillendheid, maar een vorm van bescherming. De schijn ophouden voelt veiliger dan loslaten. En bovendien: zonder dat accent zou de film half zo lang duren — niemand kan zo uitgebreid groeten als een nostalgische Siciliaan.

Deze dynamiek is geworteld in de acculturatiepsychologie. Nostalgie fungeert als verdedigingsmechanisme: selectief herinneren geeft stabiliteit in een onbekende omgeving. Hoe dreigender de nieuwe cultuur wordt ervaren, hoe sterker de oude wordt opgepoetst. En in etnische enclaves voedt die reflex de “mythe van terugkeer”, waardoor men blijft leven in een karikatuur van het verleden. Een terugkeer die vooral populair is bij mensen die hem nooit daadwerkelijk plannen.

Professionals herkennen het patroon. Na zes tot twaalf maanden verdwijnt de eerste roes en ontstaat verwarring. Goede relocation-programma’s doorbreken daarom de enclave-reflex en bouwen lokale netwerken op. Therapeuten vragen dan: “Wat mis je werkelijk — en wat heb je verzonnen om het gezelliger te maken?”

Tradities hebben waarde, maar ze mogen niet het enige venster zijn waardoor men de nieuwe wereld beziet. Het verleden hoeft niet te verdwijnen om ruimte te maken; het mag meegaan, maar niet regeren. Kortom: niemand heeft ooit geprofiteerd van het voortdurend vergelijken van croissants met oliebollen.

Uiteindelijk groeit het besef dat integratie niets afbreekt, maar toevoegt. Het verleden blijft; het heden wordt ruimer.  Groeten, FV -arrivé en France en 1983

Load Previous Comments
  • Andreas Chatziantoniou

    @Frans

    Bubbel is hier waarschijnlijk het meest belangrijke stuk.

    De meeste Nederlanders die ik in de Dordogne ken hebben óók contact met Nederlanders, maar meestal meer contact met hun buren die uit de Franse klei zijn getrokken.

    En omdat voor iedereen iets anders bepalend is voor zijn bubbel sluit ik af met: Im Allgemeinen sollte man nicht generalisieren.

  • Janny O.

    Frans, welke kosten denk jij dat je zou kunnen hebben aan iemand die niet will integreren? Ik kan me er helemaal niets bij voorstellen.

  • Robert T

    @Andreas, dank voor je verhaal en zeer herkenbaar ha ha .

    Ik ben ook al paar keer geëmigreerd en/of expat en die ervaring helpt wel bij vestigen in een ander land. " het komt wel goed'  Ach en misschien wil ik hier wel blijven in "Douce France", in ieder geval niet meer terug naar Nederland voor mij. ...