Door de ambassade werd ik verzocht om de wekelijkse updates van onze ambassadeur in Frankrijk; Jan Versteeg, onder uw aandacht te brengen. Aan dat verzoek kom ik graag tegemoet, de verslagen van onze ambassadeur zijn informatief voor Nederlanders in Frankrijk en prettig leesbaar.
Veel leesplezier!
Het belang van de rede
De laatste kwart eeuw wordt ieder jaar in november een Frans-Nederlandse conferentie georganiseerd om samen na te denken over een groot vraagstuk van onze tijd. Soms is het thema meer praktisch, soms meer theoretisch, maar steeds is de bedoeling om een stap achteruit te doen en door een dialoog verder te komen. De conferentie (waarover onderaan dit stukje meer) is genoemd naar twee grote Europese denkers met wortels in Frankrijk en Nederland. De eerste is Desiderius Erasmus, geboren in Gouda of Rotterdam en geschoold in onder meer Parijs. Onze huidige opvattingen over vrijheid van denken hebben we deels aan hem te danken. De andere naamgever is René Descartes, ook gevormd in Parijs, maar al jong uitgeweken naar de jonge Nederlandse Republiek, waar hij het tolerante intellectuele klimaat vond om zijn gedachten te ontwikkelen en te publiceren. Zijn nadruk op twijfel en zuiver redeneren is de bodemplaat van de wetenschap zoals wij die kennen.
Een vluchtige blik op het werk van beide denkers levert meteen een schat aan interessante denksporen op. Ik zal de verleiding weerstaan om daar ieder element van de werkweek aan op te hangen. Maar in de week waarin in het diplomatieke werk de zoektocht naar allereerst een einde aan de vreselijke oorlog in Oekraïne en in het verlengde daarvan een stevig fundament voor vrede en veiligheid in Europa centraal stond, lees je toch met extra belangstelling de gedachten van Erasmus over de noodzaak van vrede en de risico's van nationalisme. Of de beschouwingen van Descartes over het scheiden van enerzijds emoties en dogma's en anderzijds de rede.
In de Europese hoofdsteden werd deze week driftig nagedacht en overlegd over het 28-puntenplan voor Oekraïne dat de regering Trump vorige week lanceerde. Volgens veel waarnemers staan er forse Russische vingerafdrukken op het plan. In Kiyv en de meeste Europese hoofdsteden gingen daardoor opnieuw de alarmbellen rinkelen. Anderzijds ziet iedereen in dat het hoog tijd wordt dat er een einde aan de vijandelijkheden komt, en dat de VS daarbij onmisbaar zijn. Dus betekent het voorstel van president Trump werk aan de winkel op heel veel plekken in het diplomatieke netwerk, waaronder uw ambassade in Parijs. Het bereiken van een stabiele vrede in Oekraïne is een duivels moeilijke klus, maar er staat zoveel op het spel dat we ons niet kunnen permitteren om kansen te laten lopen.
Met een volle, versnipperde agenda is het altijd een uitdaging om ook de grotere verbanden te blijven zien. Daarom toog ik vorige week zaterdag maar weer eens naar Amsterdam voor de politiek-filosofische Nexus-conferentie, dit jaar met de opwekkende titel 'Apocalypse Now'. Oprichter Rob Riemen was er weer in geslaagd veel verschillende stemmen aan tafel te krijgen, van voormalig Vice-President Mike Pence en de Amerikaanse admiraal William Fallon tot aan Club van Rome-lid Gaya Herrington en AI-criticus Connor Leahy. Veel om over na te denken, onder andere de stelling van de oud-admiraal dat zelfs als oorlogen begonnen worden voor een gerechtvaardigde zaak, ze zodra het vechten begint hun eigen dynamiek krijgen en er vrijwel altijd dingen gebeuren die niemand heeft gewild.
Zoals hier wel vaker aan de orde komt, heeft veiligheid niet alleen een militaire en politieke dimensie, maar ook een economische. Dinsdagmorgen ontving ik voormalig vice-premier Karien van Gennip en een aantal mensen uit het bedrijfsleven en van onderzoeksinstellingen. We bespraken hoe grote Europese bedrijven zoals NXP, Air France-KLM, Heineken en ASML (Karien van Gennip maakt tegenwoordig onderdeel uit van de Raad van Commissarissen van dit bedrijf) kijken naar de uitdagingen waar het Europese bedrijfsleven voor staat. Maar ook naar de goede uitgangspositie die we in dit deel van Europa hebben: enorm innovatieve bedrijven en goede voorzieningen maken dat mensen hier graag wonen en werken. Tijdens het gesprek werd duidelijk dat indien we als Europa concurrerend willen blijven, we nog beter moeten samenwerken en over onze grenzen heen moeten durven kijken. Een voorbeeld is een betere integratie van de kapitaalmarkten in Europa, zodat ook Europese bedrijven de investeringen kunnen doen die nodig zijn.
Gelukkig is hier de dagelijkse veiligheid relatief hoog. Maar dat geldt niet overal en voor iedereen. Dinsdag was het 25 november, de Internationale Dag tegen Geweld tegen Vrouwen. Ieder jaar vindt dan ook Orange the World plaats, de wereldwijde campagne van UN Women. Inmiddels worden in meer dan 100 landen op en rond die dag gebouwen oranje uitgelicht en worden debatten, tentoonstellingen, demonstraties en allerlei andere activiteiten georganiseerd. Ook alle Nederlandse ambassades besteden er aandacht aan (zie onze andere sociale mediakanalen), waarbij het een gunstige toevalligheid is dat we doorgaans geen gebrek hebben aan oranje attributen. Joanna Villarreal, de ambassadeur van Panama in Frankrijk organiseerde een fotomoment onder de Arc de Triomphe waar ambassadeurs uit alle werelddelen voor waren uitgenodigd.
Er zijn zo van die dagen dat je dezelfde personen meerdere keren tegenkomt. Dinsdagmiddag had de Zwitserse ambassadrice Tania Cavassini haar collega's had uitgenodigd voor een bezoek aan een tentoonstelling in het Grand Palais rondom het werk van het kunstenaarspaar Niki de Saint Phalle en Jean Tinguely. U kent vast wel de kleurrijke Fontaine Stravinsky in Parijs, tussen het Centre Pompidou en de Église Saint-Merri, die het paar in 1983 ontwierp. Dit mythische koppel had een gemeenschappelijke visie op creativiteit als een daad van rebellie tegen gevestigde normen. De expositie is echt een aanrader en nog te zien tot 4 januari a.s.
Dinsdagavond organiseerden de collega's van onze afdeling Infrastructuur en Waterstaat (ook verantwoordelijk voor duurzaamheid), samen met de Netherlands France Chamber of Commerce en Business France, een bijeenkomst over plasticrecycling en de circulaire economie. Nederland heeft een naam te verliezen als het gaat om recyclen. Maar de sector heeft het niet makkelijk, onder meer doordat uit Azië grote hoeveelheden nieuw plastic op de markt worden gebracht tegen zeer lage prijzen. Iwan van Es van RetourMatras (in Frankrijk RetourMat geheten) trapte het evenement af. Wist u dat er 41 mln matrassen per jaar worden vervangen en dat er 3 mln worden gerecycled door dit bedrijf? Tijdens het evenement spraken experts uit Frankrijk en Nederland over de uitdagingen van vandaag, maar ook over de bredere verschuiving die we moeten maken naar verminderen, hergebruiken, repareren en renoveren als kernprincipes van de circulaire transitie van Europa. Dat helpt ook om minder afhankelijk te worden van importen.
Woensdagochtend ontving ik, samen met mijn collega Marlies van der Velde, die voor de ministeries van Justitie & Veiligheid en Asiel & Migratie werkt, op de residentie de heer Patrick Stefanini, speciaal vertegenwoordiger van de Franse minister van Binnenlandse zaken voor het externe migratiebeleid. We hebben besproken hoe Nederland en Frankrijk omgaan met afspraken met derde landen (bijvoorbeeld in Noord-Afrika of het Midden-Oosten) over de terugname van illegale migranten of uitgeprocedeerde asielzoekers. Dit om te bezien wat goed werkt, en om grote onderlinge verschillen te voorkomen.
Woensdagavond begon in het Musée d'Art et d'Histoire du Judaïsme, waar de Nederlandse schrijfster Judith Koelemeijer de Franse vertaling van haar biografie over Etty Hillesum presenteerde. Zoals u misschien wel weet, was Etty Hillesum een jonge Nederlandse Joodse vrouw die tijdens de Tweede Wereldoorlog een dagboek schreef. Haar verhalen zijn nog steeds relevant, ook omdat ze laten zien hoe je, zelfs in moeilijke tijden, liefde en betekenis kunt vinden. Koelemeijer ging in gesprek met regisseur Hagai Levi, die een serie heeft gemaakt, gebaseerd op de dagboeken van Hillesum (vanaf april te bekijken op ARTE en later in Nederland bij de NTR). Ook Philippe Noble, de onvolprezen vertaler van het werk van Hillesum, schoof aan. Het leverde een geanimeerd gesprek op tussen drie mensen die al vele jaren gegrepen zijn door het bijzondere verhaal van Etty Hillesum, die in Frankrijk een grote bekendheid geniet.
Ik kon niet tot het einde blijven want ik moest nog door naar een andere bijeenkomst: de jaarlijkse Cleveringa-lezing in Parijs, die dit keer werd gehouden in Brasserie La Mascotte in Montmartre. Op 26 november 1940 hield de Leidse hoogleraar Cleveringa een vlammende protestrede tegen het door de Duitse bezetter afgedwongen ontslag van zijn joodse collega's. Zijn toespraak werd ook op de andere universiteiten verspreid. Dit kwam hem duur te staan, Cleveringa werd opgepakt en vastgezet tot het einde van de oorlog. Om zijn moedige optreden te herdenken, wordt ieder jaar met steun van het Leidse Universiteitsfonds in de laatste week van november wereldwijd een vijftigtal lezingen georganiseerd, die doorgaans draaien rondom het thema vrijheid. In Parijs werd dit jaar de lezing gehouden door prof. dr. Henk te Velde.
Professor te Velde hield een virtuoos verhaal over de taal in de lezing van Cleveringa, die inmiddels gezien wordt als de beroemdste redevoering in de Nederlandse geschiedenis. Cleveringa, een ingetogen Groningse jurist, had niet de reputatie een groot redenaar te zijn. Maar het verhaal dat hij eind november 1940 in één dag schreef en vervolgens vastberaden uitsprak in het Groot Auditorium van het Academiegebouw in Leiden, maakte grote indruk op de afgeladen zaal. Deels kwam dat door de omstandigheden en de moed van Cleveringa. Maar voor een ander deel kwam het ook door de gebruikte stijlfiguren (onder andere de preteritie, zeggen dat je ergens niet over gaat spreken, maar waardoor je er eigenlijk wel over spreekt 'Ik zal het niet hebben over de heftige gevoelens die dit verbod bij me oproept…') en de zorgvuldig opgebouwde argumentatie. De lezing, die gevolgd werd door het door de hele zaal uit volle borst zingen van het eerste en zesde couplet van het Wilhelmus was voor veel aanwezigen een gebeurtenis die ze hun hele leven niet zouden vergeten.
Donderdag op tijd naar Nederland voor de jaarlijkse Erasmus Descartes Conferentie, die we om en om met de Franse ambassade in Den Haag organiseren. Dit keer stond de conferentie, die werd geopend door Staatssecretaris Jean Rummenie, in het teken van een strategisch thema: de Europese voedselzekerheid. Politici, wetenschappers, ondernemers, maatschappelijke organisaties en studenten spraken over een duurzame, innovatieve, concurrerende en veerkrachtige landbouwsector. Frankrijk en Nederland zijn in Europa leidende landen, zowel bij de export van landbouwproducten als bij innovatie en wetenschappelijk onderzoek. Maar ook bij deze landbouwgrootmachten staat de sector onder druk: de klimaatverandering beïnvloedt de oogsten, de concurrentie om geld, grond en milieuruimte is scherp en jonge boeren zien vaak weinig perspectief. Alle reden om door te praten over de kansen die er wel degelijk zijn, en de samenwerking die nodig is om die te benutten.
Aan het einde van de conferentie ontvingen professor Johan Garssen en professor Louise Fresco uit de handen van mijn Franse collega Francois Alabrune een onderscheiding in de 'Ordre de Mérite Agricole' voor hun uitzonderlijke bijdrage aan de wetenschappelijke samenwerking tussen beide landen.
Donderdagavond dook ik weer de Eurostar in, want er lag nog veel werk op mijn bureau en vrijdagmiddag hadden we de jaarlijkse teambuildingactiviteit van de ambassade. Dit keer hadden de collega's van Justitie en Veiligheid en van de Koninklijke Marechaussee een grootstedelijk programma georganiseerd in het tiende arrondissement, met onder meer aandacht voor de integratie van vluchtelingen en de zorg voor daklozen. Goed om een hele dag samen heel praktisch met het dagelijkse welzijn van anderen bezig te zijn.
29 november 2025, de werkweek van onze ambassadeur
door Anton Noë, beheerder en gastheer
gisteren
Door de ambassade werd ik verzocht om de wekelijkse updates van onze ambassadeur in Frankrijk; Jan Versteeg, onder uw aandacht te brengen. Aan dat verzoek kom ik graag tegemoet, de verslagen van onze ambassadeur zijn informatief voor Nederlanders in Frankrijk en prettig leesbaar.
Veel leesplezier!
Het belang van de rede
De laatste kwart eeuw wordt ieder jaar in november een Frans-Nederlandse conferentie georganiseerd om samen na te denken over een groot vraagstuk van onze tijd. Soms is het thema meer praktisch, soms meer theoretisch, maar steeds is de bedoeling om een stap achteruit te doen en door een dialoog verder te komen. De conferentie (waarover onderaan dit stukje meer) is genoemd naar twee grote Europese denkers met wortels in Frankrijk en Nederland. De eerste is Desiderius Erasmus, geboren in Gouda of Rotterdam en geschoold in onder meer Parijs. Onze huidige opvattingen over vrijheid van denken hebben we deels aan hem te danken. De andere naamgever is René Descartes, ook gevormd in Parijs, maar al jong uitgeweken naar de jonge Nederlandse Republiek, waar hij het tolerante intellectuele klimaat vond om zijn gedachten te ontwikkelen en te publiceren. Zijn nadruk op twijfel en zuiver redeneren is de bodemplaat van de wetenschap zoals wij die kennen.
Een vluchtige blik op het werk van beide denkers levert meteen een schat aan interessante denksporen op. Ik zal de verleiding weerstaan om daar ieder element van de werkweek aan op te hangen. Maar in de week waarin in het diplomatieke werk de zoektocht naar allereerst een einde aan de vreselijke oorlog in Oekraïne en in het verlengde daarvan een stevig fundament voor vrede en veiligheid in Europa centraal stond, lees je toch met extra belangstelling de gedachten van Erasmus over de noodzaak van vrede en de risico's van nationalisme. Of de beschouwingen van Descartes over het scheiden van enerzijds emoties en dogma's en anderzijds de rede.
In de Europese hoofdsteden werd deze week driftig nagedacht en overlegd over het 28-puntenplan voor Oekraïne dat de regering Trump vorige week lanceerde. Volgens veel waarnemers staan er forse Russische vingerafdrukken op het plan. In Kiyv en de meeste Europese hoofdsteden gingen daardoor opnieuw de alarmbellen rinkelen. Anderzijds ziet iedereen in dat het hoog tijd wordt dat er een einde aan de vijandelijkheden komt, en dat de VS daarbij onmisbaar zijn. Dus betekent het voorstel van president Trump werk aan de winkel op heel veel plekken in het diplomatieke netwerk, waaronder uw ambassade in Parijs. Het bereiken van een stabiele vrede in Oekraïne is een duivels moeilijke klus, maar er staat zoveel op het spel dat we ons niet kunnen permitteren om kansen te laten lopen.
Met een volle, versnipperde agenda is het altijd een uitdaging om ook de grotere verbanden te blijven zien. Daarom toog ik vorige week zaterdag maar weer eens naar Amsterdam voor de politiek-filosofische Nexus-conferentie, dit jaar met de opwekkende titel 'Apocalypse Now'. Oprichter Rob Riemen was er weer in geslaagd veel verschillende stemmen aan tafel te krijgen, van voormalig Vice-President Mike Pence en de Amerikaanse admiraal William Fallon tot aan Club van Rome-lid Gaya Herrington en AI-criticus Connor Leahy. Veel om over na te denken, onder andere de stelling van de oud-admiraal dat zelfs als oorlogen begonnen worden voor een gerechtvaardigde zaak, ze zodra het vechten begint hun eigen dynamiek krijgen en er vrijwel altijd dingen gebeuren die niemand heeft gewild.
Zoals hier wel vaker aan de orde komt, heeft veiligheid niet alleen een militaire en politieke dimensie, maar ook een economische. Dinsdagmorgen ontving ik voormalig vice-premier Karien van Gennip en een aantal mensen uit het bedrijfsleven en van onderzoeksinstellingen. We bespraken hoe grote Europese bedrijven zoals NXP, Air France-KLM, Heineken en ASML (Karien van Gennip maakt tegenwoordig onderdeel uit van de Raad van Commissarissen van dit bedrijf) kijken naar de uitdagingen waar het Europese bedrijfsleven voor staat. Maar ook naar de goede uitgangspositie die we in dit deel van Europa hebben: enorm innovatieve bedrijven en goede voorzieningen maken dat mensen hier graag wonen en werken. Tijdens het gesprek werd duidelijk dat indien we als Europa concurrerend willen blijven, we nog beter moeten samenwerken en over onze grenzen heen moeten durven kijken. Een voorbeeld is een betere integratie van de kapitaalmarkten in Europa, zodat ook Europese bedrijven de investeringen kunnen doen die nodig zijn.
Gelukkig is hier de dagelijkse veiligheid relatief hoog. Maar dat geldt niet overal en voor iedereen. Dinsdag was het 25 november, de Internationale Dag tegen Geweld tegen Vrouwen. Ieder jaar vindt dan ook Orange the World plaats, de wereldwijde campagne van UN Women. Inmiddels worden in meer dan 100 landen op en rond die dag gebouwen oranje uitgelicht en worden debatten, tentoonstellingen, demonstraties en allerlei andere activiteiten georganiseerd. Ook alle Nederlandse ambassades besteden er aandacht aan (zie onze andere sociale mediakanalen), waarbij het een gunstige toevalligheid is dat we doorgaans geen gebrek hebben aan oranje attributen. Joanna Villarreal, de ambassadeur van Panama in Frankrijk organiseerde een fotomoment onder de Arc de Triomphe waar ambassadeurs uit alle werelddelen voor waren uitgenodigd.
Er zijn zo van die dagen dat je dezelfde personen meerdere keren tegenkomt. Dinsdagmiddag had de Zwitserse ambassadrice Tania Cavassini haar collega's had uitgenodigd voor een bezoek aan een tentoonstelling in het Grand Palais rondom het werk van het kunstenaarspaar Niki de Saint Phalle en Jean Tinguely. U kent vast wel de kleurrijke Fontaine Stravinsky in Parijs, tussen het Centre Pompidou en de Église Saint-Merri, die het paar in 1983 ontwierp. Dit mythische koppel had een gemeenschappelijke visie op creativiteit als een daad van rebellie tegen gevestigde normen. De expositie is echt een aanrader en nog te zien tot 4 januari a.s.
Dinsdagavond organiseerden de collega's van onze afdeling Infrastructuur en Waterstaat (ook verantwoordelijk voor duurzaamheid), samen met de Netherlands France Chamber of Commerce en Business France, een bijeenkomst over plasticrecycling en de circulaire economie. Nederland heeft een naam te verliezen als het gaat om recyclen. Maar de sector heeft het niet makkelijk, onder meer doordat uit Azië grote hoeveelheden nieuw plastic op de markt worden gebracht tegen zeer lage prijzen. Iwan van Es van RetourMatras (in Frankrijk RetourMat geheten) trapte het evenement af. Wist u dat er 41 mln matrassen per jaar worden vervangen en dat er 3 mln worden gerecycled door dit bedrijf? Tijdens het evenement spraken experts uit Frankrijk en Nederland over de uitdagingen van vandaag, maar ook over de bredere verschuiving die we moeten maken naar verminderen, hergebruiken, repareren en renoveren als kernprincipes van de circulaire transitie van Europa. Dat helpt ook om minder afhankelijk te worden van importen.
Woensdagochtend ontving ik, samen met mijn collega Marlies van der Velde, die voor de ministeries van Justitie & Veiligheid en Asiel & Migratie werkt, op de residentie de heer Patrick Stefanini, speciaal vertegenwoordiger van de Franse minister van Binnenlandse zaken voor het externe migratiebeleid. We hebben besproken hoe Nederland en Frankrijk omgaan met afspraken met derde landen (bijvoorbeeld in Noord-Afrika of het Midden-Oosten) over de terugname van illegale migranten of uitgeprocedeerde asielzoekers. Dit om te bezien wat goed werkt, en om grote onderlinge verschillen te voorkomen.
Woensdagavond begon in het Musée d'Art et d'Histoire du Judaïsme, waar de Nederlandse schrijfster Judith Koelemeijer de Franse vertaling van haar biografie over Etty Hillesum presenteerde. Zoals u misschien wel weet, was Etty Hillesum een jonge Nederlandse Joodse vrouw die tijdens de Tweede Wereldoorlog een dagboek schreef. Haar verhalen zijn nog steeds relevant, ook omdat ze laten zien hoe je, zelfs in moeilijke tijden, liefde en betekenis kunt vinden. Koelemeijer ging in gesprek met regisseur Hagai Levi, die een serie heeft gemaakt, gebaseerd op de dagboeken van Hillesum (vanaf april te bekijken op ARTE en later in Nederland bij de NTR). Ook Philippe Noble, de onvolprezen vertaler van het werk van Hillesum, schoof aan. Het leverde een geanimeerd gesprek op tussen drie mensen die al vele jaren gegrepen zijn door het bijzondere verhaal van Etty Hillesum, die in Frankrijk een grote bekendheid geniet.
Ik kon niet tot het einde blijven want ik moest nog door naar een andere bijeenkomst: de jaarlijkse Cleveringa-lezing in Parijs, die dit keer werd gehouden in Brasserie La Mascotte in Montmartre. Op 26 november 1940 hield de Leidse hoogleraar Cleveringa een vlammende protestrede tegen het door de Duitse bezetter afgedwongen ontslag van zijn joodse collega's. Zijn toespraak werd ook op de andere universiteiten verspreid. Dit kwam hem duur te staan, Cleveringa werd opgepakt en vastgezet tot het einde van de oorlog. Om zijn moedige optreden te herdenken, wordt ieder jaar met steun van het Leidse Universiteitsfonds in de laatste week van november wereldwijd een vijftigtal lezingen georganiseerd, die doorgaans draaien rondom het thema vrijheid. In Parijs werd dit jaar de lezing gehouden door prof. dr. Henk te Velde.
Professor te Velde hield een virtuoos verhaal over de taal in de lezing van Cleveringa, die inmiddels gezien wordt als de beroemdste redevoering in de Nederlandse geschiedenis. Cleveringa, een ingetogen Groningse jurist, had niet de reputatie een groot redenaar te zijn. Maar het verhaal dat hij eind november 1940 in één dag schreef en vervolgens vastberaden uitsprak in het Groot Auditorium van het Academiegebouw in Leiden, maakte grote indruk op de afgeladen zaal. Deels kwam dat door de omstandigheden en de moed van Cleveringa. Maar voor een ander deel kwam het ook door de gebruikte stijlfiguren (onder andere de preteritie, zeggen dat je ergens niet over gaat spreken, maar waardoor je er eigenlijk wel over spreekt 'Ik zal het niet hebben over de heftige gevoelens die dit verbod bij me oproept…') en de zorgvuldig opgebouwde argumentatie. De lezing, die gevolgd werd door het door de hele zaal uit volle borst zingen van het eerste en zesde couplet van het Wilhelmus was voor veel aanwezigen een gebeurtenis die ze hun hele leven niet zouden vergeten.
Donderdag op tijd naar Nederland voor de jaarlijkse Erasmus Descartes Conferentie, die we om en om met de Franse ambassade in Den Haag organiseren. Dit keer stond de conferentie, die werd geopend door Staatssecretaris Jean Rummenie, in het teken van een strategisch thema: de Europese voedselzekerheid. Politici, wetenschappers, ondernemers, maatschappelijke organisaties en studenten spraken over een duurzame, innovatieve, concurrerende en veerkrachtige landbouwsector. Frankrijk en Nederland zijn in Europa leidende landen, zowel bij de export van landbouwproducten als bij innovatie en wetenschappelijk onderzoek. Maar ook bij deze landbouwgrootmachten staat de sector onder druk: de klimaatverandering beïnvloedt de oogsten, de concurrentie om geld, grond en milieuruimte is scherp en jonge boeren zien vaak weinig perspectief. Alle reden om door te praten over de kansen die er wel degelijk zijn, en de samenwerking die nodig is om die te benutten.
Aan het einde van de conferentie ontvingen professor Johan Garssen en professor Louise Fresco uit de handen van mijn Franse collega Francois Alabrune een onderscheiding in de 'Ordre de Mérite Agricole' voor hun uitzonderlijke bijdrage aan de wetenschappelijke samenwerking tussen beide landen.
Donderdagavond dook ik weer de Eurostar in, want er lag nog veel werk op mijn bureau en vrijdagmiddag hadden we de jaarlijkse teambuildingactiviteit van de ambassade. Dit keer hadden de collega's van Justitie en Veiligheid en van de Koninklijke Marechaussee een grootstedelijk programma georganiseerd in het tiende arrondissement, met onder meer aandacht voor de integratie van vluchtelingen en de zorg voor daklozen. Goed om een hele dag samen heel praktisch met het dagelijkse welzijn van anderen bezig te zijn.
Goed weekend!
Jan Versteeg