Pààààààng!


We kijken uit over de vijver van Claude, in een voormalige stuk onzalig land dat ooit bezaaid lag met grote keien en overwoekerd was door bramen, brandnetels en onkruidbomen als es en berk. Claude heeft die woestenij met veel kennis, met meer ijver en met nog meer geduld omgetoverd tot een paradijselijk park - met allerlei vissen en eenden in de vijver, met zangvogels in en dus roofvogels boven de vele soorten bloemen en struiken, met allerlei bomen in het rond en met veel konijnen als ongenode gasten.
Sinds een jaar staat er ook een blokhut, compleet met keukenhoek, koelkast en open haard. Een van de eerste dingen die Claude destijds aanpakte was de aanleg van een eenvoudig maar vernuftig systeem waarmee eens per twee jaar al het water van de vijver in de afloop naar de beek kan stromen, zodat de visstand in de vijver kan worden bepaald. De model bijgehouden moestuin ligt naast dit landgoedje. Op de andere helft van die strook grond grazen zijn schapen.
Ik ging bij Claude, zoals afgesproken, kuikens ophalen van Marans-kippen – zwarte gezelligheidsdieren die je tegemoet komen als je de tuin in loopt, die je gezelschap houden als je spit en die de wormen onder je handen wegpikken als je wiedt.
Maar helaas: er waren geen kuikens meer. Tijdens een ongekende wolkbreuk was hun hok ondergelopen. Claude vond ze alle acht jammerlijk verdronken. Hij had ze daarna voor eventjes bij elkaar op een plank gelegd. Toen hij een kwartier later terug kwam, zag hij dat de kloek op de lijkjes was gaan zitten “om ze te warmen”, zegt Claude ontroerd, zichtbaar strijdend tegen een enkele traan.
En nu? Er landt een merel op het terras. Claude pakt zonder van zijn stoel op te staan een geweer van achter zijn rug, richt op de merel en….. “Pàààààng!”roept ik luidkeels en redt daarmee de merel het leven. Claude hoort mijn verklaring met een wat verwijtende blik aan. “Já zèg, wat denk je nou? Die merel is wel vogelvrij, maar hij is niet van jou! Als je wat dood wil schieten, neem daar dan een van je eenden voor.” Hij zet zwijgend het geweer tegen de wand, grijpklaar voor de volgende vogel  - als ik er niet ben.

================================================================

Dicktum 8: Die zijn gat verbrandt, maakt rare sprongen

  • Bart Huizinga

    En, wat is de moraal van dit verhaal ?

  • Ton Hilderink

    Waarom zou een verhaal per se een moraal moeten bevatten, mijnheer Huizinga?

  • Theodora Besse


    Voor de zoveelste keer: schitterend! Dankjewel, Dick.

  • Christoffel

    Leuk, Dick, bedankt en inderdaad Ton,  waarom moet een verhaal een moraal hebben?

  • El Burro Català

    Niks moraal. Gewoon leuk om even te lezen.

  • Hans van den Bos

    Leuk verhaal Dick

  • pino

    Het leven is vergankelijk ....

  • Ingrid Dudink

    Mooi verhaal Dick. En bedankt voor het redden van de merel. Ieder leven telt.

  • Franklin Toonen

    Als Claude een jachtakte heeft en zijn "validation" voor het lopend seizoen heeft betaald dan mag hij dus jagen, het jachtseizoen is immers open, en ja de merel is een bejaagbare soort. Wild behoort aan degene die het doodt, dus eigenlijk behoort die merel Claude wel toe. In dat geval verhindert u dat Claude zijn "loisir" beoefent. Fijne buurman bent u. Stel: Uw hobby is uw camper en jagers blokkeren met hun 4 x 4's die camper compleet zodat u niet weg kunt. Hoe zou u dat vinden ? Overigens wel leuk beschreven.

  • Christoffel

    Een beetje “aparte” vergelijking.

  • brian

    lees plezier !

  • Dick Dijs

     @Bart Huizinga.
    Àls een verhaal al een moraal moet hebben, dan hebt u die in dit stukje jammerlijk gemist. De moraal hier is dat een volwassen vent tranen in zijn ogen krijgt bij het zien van een paar verzopen kippekuikens. En die een half uurtje later, zònder tranen, en zonder enig mededogen, probeert een zanglustige vogel te vermoorden. Het beschrijven van die tegenstelling omvat de moraal. Als u in de komende tijd meer moraal wilt: ik ga mijn best doen, meneer Huizinga.

    @Franklin Toonen
    Ik een fijne buurman? Na het lezen van uw kromgelul ben ik blij dat ú mijn buurman niet bent. Ik weet niet of de onderhavige Claude een jachtakte heeft. Hij heeft wel een jachtgeweer en dat richt hij, zonder scrupules,  op een volgens u ‘bejaagbaar’, maar wel weerloos dier. En dat ook nog voor zijn plezier – hoewel je daar ook nog aan kunt twijfelen. Misschien was het gewoon gewoonte. Wild behoort aan degene die het doodt, dus eigenlijk behoort die merel Claude wel toe.” Nee, meneer Toonen, die merel behoort aan mij. En aan mijn dorpsgenoten. En aan iedereen die geniet van zijn zang en van hun voorjaars-duetten. En kom me nou niet aan een camper en blokkerende jagers. Zo’n mis-argument, hè, dat is nou een klassiek voorbeeld van kromgelul. En daar heb ik een hekel aan.

  • Sequoia

    @ Franklin, noem jij als jager dan eens 1 voorbeeld waardoor je de jacht op een Merel kunt rechtvaardigen? De merel is in Frankrijk nog een echte bosvogel, schuw, territoriaal, en zeker niet aanwezig in enorme aantallen (hoeveel heb jij er gezien de afgelopen maand???). Een jager als jij zouden ze gelijk de akte moeten afnemen... jagen op merels is niet normaal!!

  • Theodora Besse


    In augustus 2017 heb ik in dit forum al een artikel geschreven over de verschrikkelijk wrede wijze waarop ortolanen worden gevangen, gehouden en gedood en over de walgelijke manier waarop ze worden gegeten. Zie De jacht op ortolaanstropers. De toenmalige minister van Milieu, Nicolas Hulot (die inmiddels is afgetreden), had het namelijk eindelijk op zich genomen om de jacht op ortolanen serieus te bestrijden.

    Maar nog steeds wordt de ortolaan"jacht" in Frankrijk oogluikend toegestaan, zeker nu Hulot is vertrokken. Je kunt het eigenlijk helemaal geen jacht noemen, het is veel meer een oogst. Je zet klapnetten neer en de oogst vliegt vanzelf naar binnen en kan er niet meer uit. De "jager" kan vervolgens na enige tijd zijn buit binnenhalen.

  • Dick Dijs

    @louise meertens

    "Beste heer D.D. heeft u niet door dat u in het meest primitieve land van West- Europa bent gaan wonen". Jawel, mevrouw Meertens, dat heeft D.D. best door, en ook al een heel lange tijd. Ik ben op veemarkten geweest, op boerderijen met kettinghonden en ik weet hoe op (veel?) fokkerijen worden pluimvee wordt omgegaan.

  • Dick Dijs

    Bovenstaande tekst ontsnapte mee - met al die toetsen op mijn bord en op dit uur is wat eigenlijk geen worden. Dit had ik allemaal willen zeggen:

    @louise meertens

    "Beste heer D.D. heeft u niet door dat u in het meest primitieve land van West- Europa bent gaan wonen".
    Jawel, mevrouw Meertens, dat heeft D.D. best door hoor, en ook al een heel lange tijd. Ik ben op veemarkten geweest, op boerderijen met kettinghonden en ik weet  ook hoe op (veel?) fokkerijen worden pluimvee wordt omgegaan. Ik heb voorbeelden op mijn onderwerpenlijstje staan, onder de verzamelkop "Hoe beschaafd is Frankrijk?" Die kop heb ik wel eens eerder gebruikt en daarvoor heb ik van sitegebruikers zo op m'n donder gehad dat zelfs de kettinghonden er geen brood van lusten. Wat mij overigens niet afschrikt. Misschien komt dat onderwerp nog wel 'ter tafel'.
    En Frankrijk het meest primitieve land van West-Europa? Ik denk dat Italië ook voor die beschrijving in aanmerking komt. Dat wordt door "iedereen" geschoten op alles wat vliegt - zelfs op zwaluwen. Vraag aan een Italiaan of hij van vogels houdt en hij antwoordt met een wedervraag: "Gekookt of gebakken?"

  • Lodewijk Lievendag

    Jongens jongens toch! De moraal is toch duidelijk. Dick heeft deze zelf neergeschreven in zijn achtste Dicktum:  Die zijn gat verbrandt, maakt rare sprongen.

    Ik ben nog een beetje in dubio of het Die of Wie moet zijn. Mijn gevoel zegt Wie omdat je Die als aanwijzer zou kunnen zien en je je dan gaat afvragen wie Dick bedoelt met Die. Hoewel het me tot nu nooit echt gelukt is om een helder verband te zien tussen de stukjes van Dick en zijn Dicktums moet het toch wel zijn dat er een verband is; waarom anders die Dicktums. Dus de vraag wie Die is lijkt gerechtvaardigd. Het is dus mogelijk dat Die Claude is of Dick zelf, meer hoofdpersonen kent het stukje niet. De merel en de dode kuikens, nee, die verbranden hun gat niet, zelfs niet overdrachtelijk. Het lijkt er meer op de dat Dick Wie bedoelt te zeggen als een generieke aanduiding voor een persoon: in het algemeen is het zo dat, 'wie zijn gat verbrand, maakt rare sprongen', tenminste, dat is de mening van Dick verwoordt in zijn Dicktum. 

    Dus de moraal van het verhaal is een de paradox van de huilende man die zijn schuldgevoel over het laten verdrinken van zijn kuikens (had hij maar beter opgelet) uit met heftige emotie om vervolgens koelbloedig een onschuldig zangsijsje naar de andere wereld te willen helpen. Dan Dick die een keuze moet maken, het redden van een zangsijsje wetend dat hij het verder wel kan schudden met Claude en een volgende batch met kuikens... er zitten zoveel ondertonen in dit verhaal dat het dit Dicktum dik verdient: Die zijn gat verbrandt, maakt rare sprongen.

  • Bart Huizinga

    Beste @Ton en beste @Dick (in volgorde van reactie),

    Deze mijnheer Huizinga stelde alleen maar een vraag omdat hij de relatie niet zag tussen het verhaal van @Dick en zijn banner onder de topic ( hoewel ik inmiddels wel gewend ben aan verhaspelde uitdrukkingen en gezegdes binnen de Nederlandse taal);

    Dicktum 8: Die zijn gat verbrandt, maakt rare sprongen

    Ik ben werkelijk verrast door jullie, een beetje aangebrand, weerwoord op een simpele vraag.

  • Hans van den Bos

    Ik ben niet tegen de jacht. Zo lang het wordt gebruikt om de balans in de fauna in evenwicht te houden. De grote roofdieren zijn verdwenen en daarom is het wildbestand niet meer in staat zich zelf in balans te houden.

    Of je voor je plezier dieren mag doden?
    Dat is een moeilijke vraag. In vroeger tijden moest de jacht voorzien in de noodzakelijke hoeveelheid vlees en daarmee de benodigde vitamine B12. Bovendien zitten in een kg vlees meer voedingstoffen dan in een kg plantaardig voedsel en het verteert ook nog eens sneller. Daarom had de mens tijd over om zich te ontwikkelen.
    Zie: https://www.nemokennislink.nl/publicaties/uit-eten-in-de-steentijd/

    De meeste mensen eten vlees of producten van dierlijke afkomst zoals melk. Wij kopen ons vlees in keurig plastic verpakking en dat vlees lijkt in de verste verte niet op het dier waarvan het afkomstig is. Wij jagen (de meesten van ons) niet meer zoals vroeger. Wij jagen in de supermarkt of bij de slager. Had de oude jager, waarvan wij allen afstammen dan geen plezier in de jacht? Natuurlijk wel! Mogen wij de huidige slagers het plezier in hun werk ontzeggen? Wij huren slagers in voor het doden van ons vlees! Als hier gesteld wordt dat je geen plezier mag hebben in het doden van dieren, dan vloeit daaruit ook voort, dat slagers geen plezier mogen hebben in hun werk. Dan wassen wij onze handen in onschuld terwijl we het beulswerk over laten aan anderen. Dat valt lekker buiten ons zicht! Dat vind ik hypocriet. De jager weet wat hij eet en doodt en slacht het dier zelf. De slager doodt het dier voor ons en maakt er hapklare brokken van. De relatie tussen het vlees dat wij eten en het dier waarvan dat vlees afkomstig is verdwijnt uit ons beeld.

    Ik ben van mening dat de jager, die verantwoord dieren doodt, daar plezier in mag hebben. We hebben jagers nodig om het evenwicht in stand te houden. Of mogen boswachters ook geen plezier meer hebben in hun werk terwijl de jacht daar ook deel van uit maakt!

    Nog even een persoonlijke noot.
    Ik was militair en opgeleid om tegenstanders af te schrikken en zo nodig te doden. En ik heb mijn werk ook met veel plezier uitgevoerd. Wij zenden elk jaar weer militairen uit om gewapender hand op te treden waar wij dat nodig achten. Ook dat werk geven wij uit handen. En als er dan burger slachtoffers vallen dan vallen we die militairen aan! Dan zijn het onmensen! Toch vieren we elk jaar onze bevrijding en eren de militairen en burgers die voor onze vrijheid hebben gevochten en dus ook mensen hebben gedood. En heus, er zijn bij de bevrijding heel veel burger slachtoffers gevallen.

    Wij zenden slagers uit om dieren te doden en militairen om mensen te doden. Dan sluiten we onze ogen voor de werkelijkheid en wassen onze handen in onschuld.


  • Overleden

    Susan

    ah toen nu toe een leuke zondag middag met al die reacties , houdt het vrolijk zou ik zeggen.

  • Hans van den Bos

     @Susan
    Wij zijn hier niet alleen om pret te hebben. Niet dat ik tegen pret maken heb!

  • Dick Dijs

    @Lodewijk Lievendag
    Meneer Lievendag toch! U denkt veel te veel na als u mijn stukjes hebt gelezen.
    Mijn achtste Dicktum (dickta??) ben ik voor de verandering naar oud-Nederlands gebruik eens begonnen met ‘die’. Ik had er zelf ook wat moeite mee, maar strikt genomen is het juist. In vroegere tijden begonnen dit soort spreekwoorden met ‘die’. Die ‘die’ is allengs veranderd in ‘wie’. Bekt wat lekkerder en is gevoelsmatig wat sterker. Ik lijd daar ook onder, dus in het vervolg wordt die die gewoon weer wie.
    Voorts, ook voor andere lezers bestemd: hecht geen, in elk geval veel minder, waarde aan mijn Dicktums. Ik pak elke week gewoon de volgende in de rij – ongeacht de inhoud van het daaraan vooraf gaande stukje. De twee hebben geen enkel bedoeld verband met elkaar. Lijkt dat wel zo, dan is dat puur toeval.
    Ik heb nogal wat spreekwoorden verhaspeld – gewoon voor de grap., al is niet iedereen het daarmee eens. Met dat grappige ervan. Och: elk zijn meug. Er zijn ook lezers, zo is mij gebleken, die er een sport van hebben gemaakt van de twee samendelende citaten de oorspronkelijke vorm terug te vinden.

  • Lodewijk Lievendag

    In mijn vriezer liggen delen van hert, zwijn, varken, kip en eh nog iets waarvan ik de herkomst niet zeker weet, het lijkt op vlees.

    Dat hert en zwijn komt van de jacht, het varken van de slager en de kip (haan) heb ik zelf van wandelende scharrelaar tot ijsklomp gemaakt. Het varken daar weet ik de herkomst ook van: heeft een prima leven gehad tot de laatste dag: verzameld, op transport gesteld en in het slachthuis van het leven beroofd. Zo is de harde werkelijkheid. Ik vraag me niet af of de werknemer in het slachthuis plezier heeft in zijn werk. Voor het hert maakt het niet zoveel uit: hij heeft een vrij maar opgejaagd bestaan geleefd, opgejaagd door soortgenoten en de vrolijke gezelschapshond van mevrouw Jeanfils tijdens een wandeling in het bos en uiteindelijk door de jager die het lampje uitblies. De jager heeft plezier gehad in het jagen anders deed hij het niet. Ik ken genoeg jagers die het leuk vinden om te jagen maar na het doden een moment nemen om de relativiteit van het bestaan te overdenken.

    Gelukkig hoeven de niet jagers en niet slagers dat niet. Men hoeft niet na te denk bij de liter melk en het stukje kaas: hiervoor zijn kalfjes afgemaakt. Gelukkig hoef je niet na te denken over de schoenen die je draagt of Parmaham die je consumeert zonder je te realiseren dat de varkens ergens in Nederland een soort van urbaan bestaan hebben gehad maar op een leeftijd dat je echt van het leven gaat genieten in een vrachtwagen wordt gejaagd om half Europa te doorkruisen voor je in 'Parma' van het leven wordt beroofd (als je nog leeft) alleen om de AC van parmaham te mogen dragen. Schofterig is dat en iedereen die Parmaham eet faciliteert dat. Dat gemekker over en het geplas tegen de jacht is zo ontzettend gratuit.   

  • Lodewijk Lievendag

    Beste Dick, ah, uw Dicktums of Dickta zijn gewoon loze toevoegingen aan uw stukjes. Stom van mij dat ik dat niet dadelijk begreep. Ik zal ze voortaan op hun merites beoordelen. De laatste was in mijn optiek nogal plat, de diepgang ontbreekt en ook taalkundig zie ik geen echte creativiteit. Misschien moet u overwegen ze gewoon achterwege te laten en uw stukjes voor zich laten spreken. Deze doet in ieder geval afbreuk aan het stukje erboven, niet veel maar toch.