Nederlanders.fr

Hèt netwerk van, voor en door Nederlandstaligen in Frankrijk - zegt het voort!

||  PLAATS BERICHT  ||  PLAATS ADVERTENTIE   || 

Het franse pensioenstelsel. Deel 2. De hervorming volgens Macron

Het franse pensioenstelsel is vanaf de negentiger jaren vele malen op onderdelen gewijzigd, maar het systeem zelf bleef steeds gehandhaafd. Voor het laatst vonden wijzigingen plaats tijdens het presidentschap van François Hollande, waarbij maatregelen werden genomen om het pensioensysteem betaalbaar te houden door onder meer de pensioenleeftijd te verhogen. Ook werden regels gesteld met betrekking tot degenen die minder pensioen kunnen opbouwen, zoals huisvrouwen en werklozen. Verder werd erkend dat mensen met bepaalde zware beroepen een kortere levensverwachting hebben. Werknemers met nachtdiensten, mensen die zwaar sjouwwerk verrichten of in een lawaaiige omgeving werken kunnen daardoor tegenwoordig eerder met pensioen.


Huisvrouwen werken niet, zij leveren "slechts" toekomstige werknemers


Al tijdens zijn verkiezingscampagne had Macron echter een grondige hervorming van het pensioenstelsel aangekondigd. Momenteel kent dit stelsel maar liefst 42 verschillende regiems. Veel regiems kennen eigen privileges en voordelen. Zo bestaat er bijvoorbeeld een regiem voor spoorwegpersoneel (SNCF) en personeel van het openbaar vervoer Parijs (RATP), voor zelfstandigen, voor kaderpersoneel, voor ambtenaren enzovoort.

President Macron wil het pensioenstelsel sterk vereenvoudigen en voor iedereen gelijk maken, zonder dat de pensioengerechtigde leeftijd wordt verhoogd en zonder dat de huidige pensioengerechtigden (en zij die tot vijf jaar na de invoering van de hervorming met pensioen gaan) er in pensioen op achteruit gaan.



Vorige week is de voorgenomen hervorming met de sociale partners besproken en zijn de plannen in grote lijnen bekendgemaakt. In juni 2019 zal een wetsvoorstel worden gepresenteerd met een uitwerking van de voorgenomen hervorming. Deze zal ongeveer neerkomen op het volgende:

1. De 42 verschillende regiems worden teruggebracht tot één nationaal pensioenstelsel, dat iedereen per ingelegde euro gelijke rechten geeft.
2. Het trimestersysteem wordt vervangen door een puntensysteem, zoals ook Zweden, Duitsland en Italië kennen. Iedereen die economisch actief is krijgt een persoonlijke rekening, waarop hij per gewerkt jaar punten verzamelt.
3. Bij het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd krijgt iedere werknemer een pensioen naar het aantal opgebouwde punten. Dat aantal wordt vermenigvuldigd met de waarde die een punt op dat moment heeft. Welke factoren een rol zullen spelen bij de waardebepaling van een punt, is momenteel
 nog niet bekend. Waarschijnlijk zal ook rekening worden gehouden met de gemiddelde levensverwachting op het moment dat men met pensioen gaat.
4. Iedere betaalde euro levert dezelfde pensioenrechten op. Mensen met een hoger salaris betalen meer premie en bouwen meer punten op dan mensen met een lager salaris, maar iedereen met eenzelfde salaris (ambtenaar, werknemer of zelfstandige) ontvangt hetzelfde pensioen.
5. De minimum pensioenleeftijd blijft gehandhaafd op 62 jaar*, maar wie een jaar langer doorwerkt kan extra punten verdienen. Door tegenstanders van de hervorming wordt dit uitgelegd als een strafkorting wanneer je met je 62e met pensioen gaat. Om deze reden zijn ook sommige economen tegen het puntenstelsel, omdat het mensen zou aanzetten tot langer doorwerken.



Het iFRAP (instituut voor onderzoek op administratief en politiek gebied) wil nog verder gaan: het wil onder meer de verschillende pensioenfondsen voor aanvullende pensioenen (die het puntensysteem al hanteren) samenvoegen tot één fonds. Overigens hebben de twee grootste daarvan, Arrco en Agirc, al besloten om in 2019 te fuseren.

Wat de invoering van het nieuwe systeem zal betekenen voor het meetellen van in een andere lidstaat opgebouwd pensioen is nog niet te voorspellen. Eén ding is zeker: ook de nieuwe wetgeving zal moeten voldoen aan de coördinatie die de Europese Unie op pensioengebied stelt.

De regering heeft nog niet besloten of de nieuwe wetgeving zal worden ingevoerd per ordonnance** of dat de normale wetgevingsprocedure (via Assemblée en Senaat) zal worden gevolgd.

Negen vakbonden hebben zich tegen de hervorming uitgesproken en hebben acties aangekondigd. Zij vrezen door het puntensysteem een verlaging van het pensioen voor toekomstige werknemers. Dat zit er voor sommigen, die nu onder een regiem met veel privileges vallen, zeker in. Ook het verdwijnen van de 42 verschillende regiems (en hun verschillende privileges) baart hun zorgen.



Werkgeversorganisatie Medef steunt de regeringsplannen. Ook de overkoepelende organisaties van vakbonden CFDT (Confédération Française Démocratique du Travail) en de CFTC (Confédération Française des Travailleurs Chrétiens) zijn vóór de invoering van het puntensysteem. Zij wijzen op de aanvullende pensioenfondsen Arrco en Agirc die al een puntensysteem hanteren en die voor het eerst sinds de laatste crisis per 1 november aanstaande de waarde per punt verhogen.

* Sinds de wetswijziging van 2010 gelden voor sommige regiems en leeftijdsgroepen andere minimum-pensioenleeftijden, zie de tabellen op La-Retraite-en-Clair.fr.

** Bij wetgeving per ordonnance (op grond van artikel 38 van de franse grondwet) draagt het parlement zijn deel van de wetgevende bevoegdheid over aan de regering. Of negatiever: wordt door de regering de normale wetgevingsprocedure via Assemblée en Senaat omzeild. Zij stelt zelf de wet op en voert deze in zonder parlementaire behandeling (en dus zonder amendementen van de diverse partijen).
Deze procedure wordt gevolgd wanneer het om zuiver technische kwesties gaat (zoals in 2000 de regeling van de overgang van de franse franc naar de euro), wanneer wetgeving haast heeft of wanneer er veel weerstand wordt verwacht in het parlement. Wel moet de wet dan nog worden goedgekeurd door het parlement.
De regering kan sinds 1958 echter ook een beroep doen op artikel 49 van de Grondwet (zie Wikimini.org) en alsnog haar zin doordrijven zonder deze parlementaire goedkeuring. Daarna kunnen alleen de Conseil d'Etat (franse Raad van State) en de Ministerraad eventueel nog wijzigingen in de wet aanbrengen.

Bronnen: Vie-Publique.fr, Europa.eu, Ec.Europa.eu, LeMonde, Le Journal du Net en Wikipédia


 

Weergaven: 4422

Rubrieken,

Klik hieronder voor meer berichten in dezelfde rubriek.

20181020, Geldzaken, Overheid

Reactie van Maria op 20 Oktober 2018 op 21.57

Dank Theodora voor je grondig uitgevlooide bijdragen. Je legt deze zeer complexe materie heel duidelijk uit. Ik "spaar" ze op en zal op lange winteravonden ze zorgvuldig lezen. Eerder probeerde ik al de toekomstige rechten van mijn partner uit te vogelen en dat was schier onmogelijk met die trimesters en andere wegingen. Zeker ook omdat de NL rechten niet opgevraagd kunnen worden door het ontbreken van een DigiD. Die tellen mee voor de totale rechten meen ik. Een ding is zeker: hij heeft geen kinderen gebaard en dat maakt het al iets overzichtelijker ;-)

Reactie van Theodora Besse op 20 Oktober 2018 op 23.11


Maria, wanneer je geen Digid hebt, kun je toch een overzicht vragen van je pensioen-opbouw via een speciaal formulier. Op de website van de SVB staat:

"Heeft u geen DigiD? Vraag dan een pensioenoverzicht aan met het formulier 'Aanvraag SVB Pensioenoverzicht'." Het formulier vind je hier. Zeven pagina's! Maar dan ontvang je een volledig pensioenoverzicht.

Reactie van Max Boret op 21 Oktober 2018 op 9.55

Was het niet tot na 1998, voor die tijd is je werktijd niet vastgelegd. Tenzij je natuurlijk al je loonstrookjes bewaard hebt.

Reactie van Theodora Besse op 21 Oktober 2018 op 15.39


Max, bij de SVB weten ze alles. Toen ik 64 was, kreeg ik een formulier waarop ik met alle begin- en einddata al m'n dienstverbanden moest invullen. Dat was voor mij godsonmogelijk, omdat ik een buitengewoon versnipperd arbeidsverleden heb in diverse beroepen. Ik heb het formulier teruggestuurd met de aantekening: "Dat weet ik allemaal niet meer. Jullie weten het beter dan ik." Vervolgens ontving ik een keurig overzicht van alle werkgevers waar ik had gewerkt, met begin- en einddata. Plus de toekenning van AOW.

Reactie van Max Boret op 21 Oktober 2018 op 15.59

Dat zou erg mooi zijn, want ik kan een aantal dienstverbanden niet achterhalen. Ik heb als student gewerkt in een groothandel: niet meer te achterhalen.

Toen ik klaar was met mijn studie, kon ik in het onderwijs geen werk krijgen (moet je nu mee aankomen!!) en heb in de keuken in een psychiatrische kliniek gewerkt.

Allebei de dienstverbanden niet meer te achterhalen, volgens de SVB, en nu praat ik over de periode 1974-1980.

Waarom kan de SVB jouw arbeidsverleden wél achterhalen en die van mij niet?

'K ga morgen de SVB maar weer eens bellen!

Reactie van Theodora Besse op 21 Oktober 2018 op 16.13


Eerlijk gezegd heb ik ook geen flauw idee of het overzicht precies klopte en of het wel helemaal volledig was. Ik heb het niet eens gecontroleerd. Mij ging het erom dat ik AOW kreeg en dat kreeg ik. Zij tevreden, ik tevreden.

Ik snapte toen en nu niet wat ze met mijn arbeidsverleden hadden te maken, want of je werkt (in loondienst) of niet, je hebt recht op AOW, als je in NL hebt gewoond. En dat had ik. Behalve de tijd in Afrika, maar omdat we door Buitenlandse Zaken werden uitgezonden, telden die jaren mee voor de AOW-opbouw. Die stonden er keurig bij.

Dus eerlijk gezegd snap ik niet waar je je druk over maakt.

Reactie van Jako op 21 Oktober 2018 op 16.22

Inderdaad, voor AOW hoef je helemaal geen arbeidsverleden te hebben, je moet alleen legaal in Nederland hebben gewoond. Het arbeidsverleden kan wel aantonen aan welke pensioenpotten je hebt meebetaald, maar ook dat is in principe goed geregistreerd. Wellicht gebruiken ze het ook als bewijs dat je in Nederland woonde, bij gebrek aan beter. Als je een DigiD hebt kun je precies zien welke rechten staan geregistreerd. Niet het arbeidsverleden maar de opgebouwde aow rechten en pensioenpotten.

Reactie van Max Boret op 21 Oktober 2018 op 16.30

Ja Jako, hebt helemaal gelijk. Maar weet je dat voor mijn leeftijd, en waarschijnlijk ook die van jouw, de entree leeftijd van 15 naar 17 jaar en 3 maanden verhoogd is.

Ik heb in die tijd in Nederland gewoond, maar ook gewerkt en AOW premie betaald. Door het vertrekken naar Frankrijk, raak je 2 jaar en 3 maanden AOW opbouw kwijt.

Voor mensen die in Nederland gewoond hebben maakt het niets uit, maar wel als je naar het buitenland vertrekt.

De Centrale Raad van Beroep heeft aan mij gevraagd of ik kan aantonen of ik ook premie betaald heb in die jaren (vreemd want AOW opbouw vindt ook plaats met wonen in Nederland, maar goed ze zullen er wel een reden voor gehad hebben). Dat was volgens de SVB niet te achterhalen.

Reactie van Johanna op 21 Oktober 2018 op 16.31

Blijkbaar staat op "mijnpensioenoverzicht.nl" van de SVB niet alleen hoeveel AOW je krijgt maar ook het aanvullende pensioen dat je kunt verwachten en daar hebben ze dus je arbeidsverleden voor nodig.

Ik heb het net op de site van de SVB gelezen (link van Theodora) en kan helaas niet bekijken wat ze van mij weten omdat ik geen NL-nationaliteit meer heb (en dus geen DigiD).

Reactie van Max Boret op 21 Oktober 2018 op 16.31

Het schiet me te binnen, een artikel in de Volkskrant: het was volgens mij het niet-AOW pensioen gedeelte wat niet meer te achterhalen valt van voor 1998.

Je reactie hieronder, dit zijn de huisregels. 

Je moet lid zijn van Nederlanders.fr om reacties te kunnen toevoegen!

Wordt lid van Nederlanders.fr

GA DIRECT NAAR:

Laatste nieuws uit Frankrijk

© 2024   Gemaakt door: Anton Noë, beheerder en gastheer.   Verzorgd door

Banners  |  Een probleem rapporteren?  |  Privacybeleid  |  Algemene voorwaarden