'Nee, tegen de middelmaat voor allen', staat op het kartonnen bord van Isabelle Clisson (55), lerares Engels. Enkele duizenden leraren hebben zich verzameld bij de Jardin du Luxembourg in Parijs om te demonstreren tegen de hervorming van het Franse collège, een soort middenschool voor kinderen van 11 tot 15 jaar.
Grootste steen des aanstoots: de socialistische minister van Onderwijs Najat Vallaud-Belkacem wil 20 procent van de lesuren inruimen voor de persoonlijke begeleiding van zwakke leerlingen en voor interdisciplinaire projecten met thema's als 'duurzame ontwikkeling', 'talen en culturen van de oudheid' of 'lichaam, gezondheid, veiligheid'. Die lesuren worden uiteraard weggehaald bij klassieke vakken als wiskunde, Engels of geschiedenis.Veel leraren, intellectuelen en vooral rechtse politici gruwen ervan: de traditionele Franse nadruk op savoir, op kennis en cultuur, dreigt ten prooi te vallen aan een poezelige pedagogiek, zeggen ze. Een Franse variant van het studiehuis waar je uiteindelijk niets van opsteekt.
Er is steeds minder tijd voor je eigen vak. Ik heb zelf een project gedaan over de tapijten van Bayeux, samen met mijn collega van geschiedenis. Hartstikke leuk, maar je leert minder dan in een gewoon lesuur', zegt Clisson. Zoals zo vaak wordt het debat op de hoogst mogelijke toon gevoerd. De regering wil het Franse onderwijs vernietigen, zei de filosoof Régis Debray voor de radio. De overdracht van kennis wordt vervangen door 'alle ondeugden van de buitenwereld: zappen, surfen, marketing. Maar de beschaving is geen Nutella, de beschaving is inspanning!'
Volgens de vakbonden staakte dinsdag de helft van de Franse leraren, volgens het ministerie van Onderwijs een kwart. De opkomst bij diverse betogingen was matig. De Franse regering liet meteen weten dat het haar plannen zal doorzetten.
Hoe dan ook staat vast dat er iets moet gebeuren aan het collège. In het internationaal vergelijkende PISA-onderzoek van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) zakt Frankrijk steeds verder weg, vooral omdat zwakke leerlingen slechter presteren dan elders. Nergens is het verband tussen sociale afkomst en schoolprestaties zo sterk als in Frankrijk. Zoals Le Monde schreef: Frankrijk is kampioen sociale ongelijkheid.
Onder president Giscard d'Estaing werd in 1975 het collège unique ingevoerd. Alle leerlingen gaan naar de zelfde school, ongeacht hun niveau. Dat is heel democratisch, maar in de praktijk blijkt het moeilijk deze heterogene populatie adequaat te bedienen. De rechtse oppositie wil daarom meer differentiëren: aparte stromen voor goede en minder goede leerlingen. De socialistische regering wil daar niets van weten. Het collège unique is heilig. Selectie op jongere leeftijd zou de elite nog meer bevoordelen.
Het Franse onderwijs is traditioneel gericht op elitevorming. Na de Revolutie van 1789 werd de adel afgeschaft, maar de Republiek heeft behoefte aan een aristocratie van de geest. De school moet de knapste koppen selecteren. Dat gebeurt niet altijd even zachtmoedig. Talrijk zijn de klachten over strenge leraren die zwakke leerlingen de mond snoeren met uitspraken in de trant van 'als je ergens geen verstand van hebt, kun je beter je mond houden'. Slechts 38 procent van de leerlingen uit achterstandsmilieus voelt zich thuis op school, tegenover een OESO-gemiddelde van 78 procent.
Talrijk zijn de klachten over strenge leraren die zwakke leerlingen de mond snoeren met uitspraken in de trant van 'als je ergens geen verstand van hebt, kun je beter je mond houden'
Het vervangen van klassieke lesuren door interdisciplinaire projecten is een poging om de strenge klassieke didactiek te doorbreken, bijvoorbeeld door leerlingen meer in groepjes te laten werken. Voor veel leraren en intellectuelen staat dit gelijk aan niveauverlaging. De onderwijshervorming 'verwart de orde van de geest, waar de strengst denkbare hiërarchie prevaleert met de orde van de liefdadigheid, waar de universele liefde regeert', zei de filosoof Alain Finkielkraut. De school van Vallaud-Belkacem belooft 'succes voor allen', waardoor zij voortdurend haar eisen moet verlagen.
De Franse meritocratie wordt geofferd op het altaar van het egalitarisme, zegt Fabienne Henicz (55), lerares klassieke talen. 'De moeder van de schrijver Albert Camus was een werkster die niet kon lezen. Maar Camus won de Nobelprijs omdat hij zich omhoog wist te werken. Dankzij het Franse onderwijs!'
Verbloemen deze romantische succesverhalen niet de prozaïsche werkelijkheid van de PISA-statistieken, waaruit blijkt dat kinderen uit achterstandsmilieus het juist heel slecht doen in het Franse onderwijs? Flauwekul, vindt Henicz: 'Zwakke leerlingen moeten gewoon harder werken!'
Je moet lid zijn van Nederlanders.fr om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van Nederlanders.fr