Door de ambassade werd ik verzocht om de wekelijkse updates van onze ambassadeur in Frankrijk; Jan Versteeg, onder uw aandacht te brengen. Aan dat verzoek kom ik graag tegemoet, de verslagen van onze ambassadeur zijn informatief voor Nederlanders in Frankrijk en prettig leesbaar.
Veel leesplezier!

Oogstmaand of hittemaand?
Fijn om wat meer tijd te hebben om dingen uit te zoeken, al kan ik dan ook wel eens verdwaald raken in alle leuke informatie. En daar bent u als lezer dan slachtoffer van. Zo dook ik deze week in de naamgeving van de maand augustus. Die wordt bij ons wel de oogstmaand genoemd. Vanwege de graanoogst. Maar nu blijkt dat ons woord ‘oogst’ op zijn beurt is afgeleid van ‘augustus’, de maand die naar de grote keizer van rond het jaar 0 is genoemd. Ingewikkelde cirkel. In Frankrijk is er, voor zover ik kan nagaan, geen verband tussen de naam août/augustus en de diverse woorden voor oogst. Misschien omdat de oogst er eerder valt.
U weet wellicht dat in de veranderdrang na de Franse revolutie de maanden van het jaar andere namen kregen. Die hadden doorgaans te maken hadden met het Franse klimaat en/of – we komen weer in de buurt – wat er op het land gebeurde. Je ziet die namen vaak nog staan op gebouwen en documenten uit die tijd. Mijn favorieten: ‘Brumaire’ (vanaf eind oktober) en ‘Pluviose’ (vanaf eind januari), het zal maar in je paspoort staan. Er zijn in die kalender (die in 1805 alweer werd afgeschaft) twee oogstmaanden: ‘Vendémiaire’(vanaf eind september), van de wijnoogst en ‘Messidor’ (vanaf eind juni), genoemd naar de graanoogst. Die laatste viel dus een goede maand eerder dan bij ons. Overigens rijden de ‘combines’ (maai/dorsmachines) in Nederland tegenwoordig vaak al voeg in juli over het land, en in Frankrijk, waar ze ‘moissonneuse-batteuse’ worden genoemd, vanaf begin juni.
De maand augustus heette in de Republikeinse Kalender overigens ‘Thermidor’, de hittemaand. Nog steeds een te volgen keuze. En terwijl de temperatuur stijgt, daalt de bezettingsgraad van mijn agenda. Waar er in de rustige weken na 14 juillet nog volop nuttige dieptegesprekken te voeren waren, is nu toch bijna iedereen in Parijs met zomerverlof. Iedereen in Parijs? Nee, op één ambassade……
Zonder gekheid, door meerdere afdelingen van uw ambassade wordt nijver doorgewerkt. Het is piekseizoen voor onze consulaire afdeling, ik schreef er al over Maar ook voor de op onze ambassade gestationeerde collega’s van de Nederlandse politie is deze zomer nóg wat drukker dan normaal. Zij spelen vaak een belangrijke rol als liaison met de Franse politie bij incidenten waarbij Nederlanders betrokken zijn, denk aan vermissingen, ontvoeringen of arrestaties. Ze doen dat heel nadrukkelijk op de achtergrond, maar eigenlijk kunt u ervan uitgaan dat ieder klein krantenbericht over een akelige gebeurtenis met Nederlanders in Frankrijk betekent dat een van onze politie-collega’s hiervoor in touw is. De ene keer gaat dat om wat telefoontjes, de andere keer om een dagenlange intensieve samenwerking met de Franse politie. Daarnaast gaat het werk op de ‘grote dossiers’, zoals de samenwerking met de Franse collega’s in de strijd tegen grensoverschrijdende georganiseerde criminaliteit, ook gewoon door.
Ook voor onze economische afdeling zijn het deze zomer extra drukke tijden. Ik schreef u vorige maand al dat we een werkbezoek op 1 oktober van het Koninklijk Paar aan Toulouse, de hoofdstad van de regio Occitanië, voorbereiden. Het bezoek is een van de hoogtepunten van het Economisch Jaar Nederland-Frankrijk 2025. Het staat in het teken van drie economische sectoren waarin voor Nederland veel kansen liggen: lucht- en ruimtevaart, energietransitie en agrifood technologie. Niet alleen zo’n koninklijk werkbezoek is een logistiek huzarenstukje, het organiseren van de drie parallelle bedrijvenmissies (met in totaal 100 bedrijven) met ieder hun eigen programma komt daar nog eens bij. Occitanië is Europa’s nummer één regio op het gebied van lucht- en ruimtevaart. Het huisvest het wereldwijde hoofdkantoor van Airbus, het CNES (het Franse ruimtevaartagentschap) en een ecosysteem van meer dan duizend bedrijven. Er wordt fors geïnvesteerd in windparken op zee, en dat betekent kansen voor Nederlandse bedrijven met offshore expertise. En in Toulouse komt veel expertise samen op het gebied van hightech landbouw, denk bijvoorbeeld aan robotica die de ‘boerderij van de toekomst’ efficiënter en duurzamer kan maken. We verwachten dat tijdens dit bezoek een groot aantal contracten tussen bedrijven en samenwerkingsovereenkomsten tussen onderzoeksinstellingen zal worden getekend. Dan gaat het al snel over vele tientallen miljoenen aan economisch waardevolle deals, over innovatie en nieuwe banen. Werk aan de winkel dus, in meerdere opzichten!
Te midden van al deze bedrijvigheid rondde ik deze week mijn ‘schooljaar’ af. Onder andere door een laatste bijeenkomst met mijn Europese collega’s te organiseren met Sabine Lemoyne Deforges van het Franse ministerie van Economische Zaken over het handelsakkoord tussen de EU en de VS. Madame Lemoyne was eerder gestationeerd op de Franse ambassade in Washington en kon ons dus als geen ander zicht geven op het Amerikaanse economische wereldbeeld.
Tot slot heb ik nog een cultuurtip voor u. Vorig weekend gingen we naar de tentoonstelling over fotograaf Robert Doisneau in Musée Maillol, bij ons in de Rue de Grenelle. U kent waarschijnlijk de beroemde zwart-witfoto ‘De kus bij het Hôtel de Ville’. We leerden dat die foto is eigenlijk een buitenbeentje in zijn werk, want hij werd in scène gezet. Terwijl Doisneau juist een sterke voorkeur had voor foto’s uit het dagelijks leven. In het Musée Maillol hangen series met heel verschillende thema’s en hoofdpersonen. Hoewel hij ook voor grote bladen als Vogue en Life Magazine fotografeerde, voelde Doisneau zich meer thuis in de volksbuurten. Zijn foto’s van spelende kinderen in het Parijs van vlak na de Tweede Wereldoorlog zijn geweldig. En ook de beelden van de banlieues voor en na de grootschalige modernisering maakten veel indruk op me. Daarnaast portretteerde hij, op hun verzoek, de grote naoorlogse schrijvers en schilders. Ook de moeite waard.
Overigens begon Robert Doisneau zijn loopbaan als bedrijfsfotograaf van Renault op het île Seguin. Als je rond de eeuwwisseling over de westelijke ‘périphérique’ reed zag je die gigantische autofabriek nog liggen. Alsof er een enorm vliegdekschip in de Seine lag. Nu ligt daar, in een steeds groenere omgeving, het nieuwe concertgebouw ‘Seine Musicale’. Doisneau zou het waarschijnlijk betreuren, hij genoot van het fabrieksleven. Als hij niet na vijf jaar zou zijn ontslagen wegens veelvuldig te laat komen, was hij misschien nooit een wereldberoemde fotograaf geworden.
Ik realiseer me opnieuw dat mijn culturele actieradius zich vaak tot Parijs en omstreken beperkt, maar onze cultuurafdeling maakt ook een maandelijkse nieuwsbrief die het net wat wijder uitwerpt in heel Frankrijk. De focus ligt wel op, de titel zegt het al: Culture néerlandaise en France. Klikt u op de link voor de zomereditie en onderin vindt u een link om zich te abonneren.
De komende weken laat ik de leiding van de ambassade in de handen van mijn plaatsvervanger Sara Offermans en voegen mijn vrouw en ik ons bij het legioen vakantiegangers. Begin september terug. Ik wens u een goed vervolg van de zomer!
Je moet lid zijn van Nederlanders.fr om reacties te kunnen toevoegen!
Wordt lid van Nederlanders.fr