Nederlanders.fr

Hèt netwerk van, voor en door Nederlandstaligen in Frankrijk - zegt het voort!

||  PLAATS BERICHT  ||  PLAATS ADVERTENTIE   || 

Ze zijn er weer. De grijze meneren met keurige familiestationwagens of gehuurde bestelbusjes die onhandig geparkeerd op de gracht de schamele bezittingen uitladen van hun zoon of dochter die in Delft gaat studeren en voor het begin van de colleges verhuisd wil zijn naar het studentenhuis dat hen een kamer heeft geboden. De bijbehorende kinderen die tamelijk zenuwachtig rondom de auto dribbelen en onhandig, want ongewend, proberen te helpen zijn de toekomstige crème de la crème van onze samenleving. De ingenieurs die over een paar jaar ons leven nog veel beter gaan maken met nog veel meer techniek. Een enkel keer is het verhuisteam versterkt met een bijbehorende moeder de vrouw op de rechter voorstoel met een thermoskan en krentenbollen.

Als ik tegen het einde van de middag thuiskom met de boodschappen voor het avondeten hoor ik getoeter en geschreeuw op onze gracht. Ik zet de boodschappen achter de voordeur en loop een stuk of vijf huizen verder de gracht op waar een wit bestelbusje met een Frans kenteken half op een parkeerplaats staat. De chauffeur heeft hem zodanig slecht geparkeerd, waarschijnlijk om te voorkomen dat hij de gracht in zou rijden (hier in Delft geloven wij niet in hekjes tussen parkeerplekken en het water van de gracht), dat het verkeer er net niet meer door kan. De bijbehorende chauffeur staat midden op de weg zenuwachtig op zijn smartphone te kijken. Ondertussen zwelt de file aan, inclusief getoeter en geroep.
Als ik dichterbij kom hoor ik een jonge Française, ik denk zijn dochter, zeggen: ‘Nee, je kunt niet terug, dit is eenrichtingsverkeer.’
Na nog wat meer kijken op de smartphone en wat handgebaren zegt ze: ‘Nee, dat is een doodlopende straat, je moet helemaal om….’.
‘Om wat?’ vraagt de Fransman. Hij kijkt vertwijfeld rond.
Ondertussen geeft de dochter aanwijzinkjes en aanmoedigingetjes en glimlachjes aan twee studenten, ik ken ze van gezicht ze wonen al langer in dit studentenhuis, die bezig zijn een grote stapel zooi die op de stoep staat voor hun huis en kennelijk al uit de bus is geladen naar boven te sjouwen. Minstens twee trappen omhoog. Ze doet dat in bijna accentloos Engels. Herinneringen van jaren geleden (al lijkt het pas gisteren) komen boven toen ik mijn oudste dochter naar Maastricht verhuisde met een gehuurd busje. Toen was ik die grijze vader die vertwijfeld op straat stond om te achterhalen hoe ik daar in godsnaam weer weg kon komen. Waar waren toen de sterkte studenten om te helpen? Mijn dochter had gekozen voor een vrouwenstudentenhuis en de aanwezige dames gaven toen ook al aanwijzinkjes en aanmoedigingetjes en glimlachjes, maar toen moest ik zelf alle zooi van mijn dochter driehoog naar boven sjouwen.
‘Ca va?’ vraag ik aan de chauffeur.
Hij schrikt ervan.
‘Non, je ne comprends pas…’ en nog een heleboel meer ratelt hij af. Ik vertel hoe hij bij een binnenstadparkeerplaats voor vergunninghouders en hun bezoekers kan komen: ‘Hier rechtdoor, die gracht oversteken, eerste steeg rechts dan een scherpe bocht bij de tweede steeg links en dan…’
Grote schrikogen. Het zweet gutst nu langs zijn oren.
‘Stap maar in,’ zeg ik en ik stap aan de rechterkant in. Ik gids hem over twee grachten en door twee stegen naar de parkeerplaats, toets mijn bezoekerscode in op de parkeerwebsite van de gemeente en vraag hem hoe lang hij denkt hier te blijven.
Ik zie dat hij wil zeggen: zo kort mogelijk, maar dan bedenkt hij zich.
‘Hartelijk dank voor uw hulp,’ zegt hij gemeend.
Ik geef hem drie uur en we lopen terug naar de plek waar we zijn dochter hebben achtergelaten. Eén gracht en drie stegen, dat is korter als je te voet bent en de binnenstad van Delft goed kent.
Onderweg beklaagt hij zich over het parkeren en de nauwe straten in Delft. Ik vraag waar hij vandaan komt en merk op dat het in de binnenstad van Toulouse qua rijden en parkeren echt niet beter is dan in Delft. Voordat we in een cultureel-politieke discussie belanden over het verkeers- en parkeerbeleid in beide landen bereiken we de plek waar tot kort tevoren een stapel spullen op de stoep stond.

Het verkeer op de gracht is weer op gang gekomen en terwijl we elkaar voor de deur van het studentenhuis even aankijken, komt de dochter over de trap naar beneden gehuppeld. Die heeft haar verhuizing uitstekend gemanaged, die komt er wel.
‘Hartelijk dank, meneer,’ zegt ze in het Engels.
‘De rien,’ antwoord ik
Ze glimlacht en gaat naadloos over in het Frans. Ze constateert dat haar vader en ik het beiden warm hebben en vraagt of ze ons een verfrissing kan aanbieden. Die heeft maar vijf minten nodig gehad om zich thuis te voelen.
Een trap omhoog kom ik in de gezamenlijke kamer van het studentenhuis. Versleten sofa’s, kratten bier, veel elektronica. Zo zien gezamenlijke ruimtes in studentenhuizen er al jaren uit. Deze studenten hebben een balkon waar we met zijn vijven op kunnen zitten en Amstel koud staan in de koelkast. Die hebben het goed voor elkaar.
Er wordt Engels gesproken en pa kan het niet volgen. Af en toe vertaal ik een zinnetje voor hem.
De dochter vertelt dat ze Aerospace Engineering gaat studeren aan de TU. Ik merk verbaasd op dat de Université de Toulouse toch een uitstekend programma heeft op dit gebied. Pa kijkt me dankbaar aan, dat had hij ook al gezegd tegen zijn dochter, bovendien was de campus ‘à deux pas’ verwijderd van hun huis in Toulouse, dus dat was heel gemakkelijk geweest. ‘Maar ze wilde weg,’ zegt hij berustend. Ik begrijp hem. Ik heb ook zo’n dochter.
Ik complimenteer haar met haar uitstekende Engels. Ze maakt geluidloos een ‘Merci’ met haar lippen. Ik doe er nog wat schepjes bovenop en dan merkt één van de bestaande bewoners op, in het Nederlands: ‘O u bent die meneer van hier verderop op de gracht met dat adviesbureau Frankrijkconsult of zo.’
Hij gaat verder in het Engels om aan de nieuwe medebewoonster uit te leggen wat wij zoal doen. Hij heeft ons businessmodel niet begrepen en ik ben zo bot om het van hem over te nemen, de naam te corrigeren in Ondernemen-Frankrijk (staat in duidelijke letters op onze gevel, voor het geval hij eens een keer niet stomdronken is als hij ’s avonds langs komt fietsen, verdorie!) en ik ga verder in het Frans en leg aan vader en dochter uit wat wij doen.
De vader had al wel opgemerkt dat er veel Engelsen en ook wel Noord-Europeanen in Toulouse en omgeving wonen, maar hij had nooit geweten dat daar een hele industrie achter zat met betaald advies en hulp. Ik vertel hem dat dat voor Nederlanders toch wel een uitkomst kan zijn, want het inschrijven van een bedrijf in Frakrijk is niet altijd even gemakkelijk.
Hij beaamt het, gevolgd door een robbertje schelden op de Franse fonctionaires. Ik laat het onbeantwoord.
Hij wil weten of er ook Fransen naar Nederland komen die hier een bedrijf beginnen. Ik vertel hem dat ik er geen een ken, al zijn er wel veel Fransen hier in de regio: die werken bij de ambassade en de internationale organisaties in Den Haag, werken bij of studeren aan de TU of de Universiteit Leiden, of werken bij Franse bedrijven, die Franse medewerkers als expats meebrengen. Maar geen Fransen die hier hun eigen onderneming beginnen.

Het bier is op en ik moet gaan koken, dus ik stap maar eens op. Nogmaals wordt ik bedankt door de vader en de dochter. Toch hartelijke mensen, die Fransen.
Voordat ik weg ga houdt hij mij tegen, hij aarzelt even en zegt dan zacht:
‘Ze is mijn oudste en ze gaat zover weg, naar een vreemd land. U spreekt Frans en u woont zo dichtbij, zou u misschien een oogje...’
De dochter hoort het en springt woedend op.
‘PAP! Ben je nou helemaal gek! Ik red het hier wel en daar hoef je die meneer helemaal niet mee te belasten. Als het nodig is weet ik waar hij woont.’
Als ik naar huis loop overvalt me een golf van heimwee. Naar de tijd dat mijn oudste dochter achttien was, net de middelbare school had afgemaakt en achteloos mededeelde dat ze een jaar ging backpacken in Australië en Azie. En ze is nog gegaan ook. En heelhuids teruggekomen, ondanks mijn visioenen van zeven sloten.
De huidige jongvolwassen generatie bergt sterke zelfstandige vrouwen voort die tegen een stootje kunnen. Die vinden hun weg wel, ook zonder dat er een pappie is die ze beschermt.
Onder het koken zet ik een mpegje van Pia Studlé op. Hard!

https://www.youtube.com/watch?v=R7WRtwqd2-w

Weergaven: 1930

_____________________________

☑️ Beste plaatser van dit bericht,

fijn dat je gebruik maakt van dit forum. Doe alsjeblieft mee met de discussie die volgt op je bericht! Reageer zelf op de reacties die anderen geven. Dat mag ook best een bedankje zijn. 

_____________________________

Rubrieken,

Klik hieronder voor meer berichten in dezelfde rubriek.

20160822, Kunst en Cultuur

Reactie van Roel op 24 Augustus 2016 op 23.47

Weer een mooi verhaal Wim, ik lees ze steeds met plezier!


Overleden
Reactie van Boudewijn Bolderheij op 25 Augustus 2016 op 7.33
JA, fijn om te lezen en inderdaad net een film.
DANK


Boudewijn
Reactie van Leon Speetjens op 25 Augustus 2016 op 7.47

Bravo Wim,

deze oude IR ziet in je verhaal ook enkele aardige dingen over de positieve rol van de ingenieurs. Waarvan er ook vele in de industrie als ontwikkelaars en managers veel werkgelegenheid schiepen. Die ze soms ook afbreken natuurlijk.

Groet

Leon Speetjens

Reactie van Ludique op 25 Augustus 2016 op 8.01

Prachtig vehaal Wim! Chapeau! Ludique en Lief

Reactie van Louise (68) op 25 Augustus 2016 op 8.26

Wim leuk, je verhaal brengt me 4 (of was het alweer 5?) jaar terug in de tijd. Onze grijze koppies hebben toen zoon afgeleverd in Delft. En ook op de bon geslingerd natuurlijk voor fout parkeren! Wat is Delft een prachtige stad, maar je moet inderdaad wel weten waar je je auto kwijt kunt!

Reactie van Sabine Dekker op 25 Augustus 2016 op 10.28

Leuk, leuk, dank je wel voor dit mooie verhaal!

Reactie van Ronald op 25 Augustus 2016 op 15.32
Mooi verhaal Wim! Ik zie het zo voor me want ik woon zelf in Delft (aan de andere kant van de Oostpoort :-)) dus ik ken de verkeerssituatie daar. Ik hoef zelf niet aan de gracht te parkeren maar heb het uiteraaard wel eens gedaan. Is toch altijd even spannend zo aan de waterkant uit stappen dus ik begrijp wel dat mensen daar liefst wat meer ruimte voor nemen...
Groet, Ronald
Reactie van El Burro Català op 25 Augustus 2016 op 16.48

Tsja Wim, ik ben er zelf zo ééntje. Dochterlief wil perse in Amsterdam studeren. Neen, niet in Toulouse, neen, niet in Montpellier. In Amsterdam! In F geboren! Want ja, ja, Nederland is hééél vééél leuker. Sta ik straks met een Frans bestelbusje op de Kostverlorenkade...

Reactie van Wim van Teeffelen op 25 Augustus 2016 op 23.21

@Ronald. Leuk dat je ook in Delft woont. Je weet dus aan welke gracht dit verhaal zich afspeelde... En de parkeerplaats was die op de Yperstraat/Kruisstraat (een goed bewaard geheim voor ons, inboorlingen!). En parkeren aan de gracht: ik heb moeten afrijden in Delft, 734 jaar geleden en een van de bijzondere oefeningen was achteruit inparkeren aan een gracht...met toeterende auto's achter je..... Gelukkig vaak geoefend met mijn rijinstructeur.

Reactie van Wim van Teeffelen op 25 Augustus 2016 op 23.26

Iedereen hartelijk dank voor de complimenten. Als jullie nog een verhaal willen lezen over sterke vrouwen, kan ik niet nalaten mijn roman aan te bevelen: http://www.ondernemen-frankrijk.nl/contact/een-franse-slag/

Als de moderator het goed vindt wil ik daar binnenkort wel een deeltje uit plaatsen hier.

Wim

Je reactie hieronder, dit zijn de huisregels. 

Je moet lid zijn van Nederlanders.fr om reacties te kunnen toevoegen!

Wordt lid van Nederlanders.fr

GA DIRECT NAAR:

Laatste nieuws uit Frankrijk

© 2024   Gemaakt door: Anton Noë, beheerder en gastheer.   Verzorgd door

Banners  |  Een probleem rapporteren?  |  Privacybeleid  |  Algemene voorwaarden